In de tweede helft van de jaren zeventig was de Jaffastraat een van de centra van het Utrechtse linkse leven. Voor mij was het hèt centrum..
Op nummer vijftig woonde Fernanda van Hamersveld, die ik eerder de moeder van links Utrecht noemde (Herinnering 13). Fernanda kwam uit een CPN-nest, haar ouders (Kapteijn) hadden een kantoorboekhandel en uitleenbibliotheek in de JP Coenstraat. In de oorlog werd die boekhandel een uitvalsbasis van de illegale CPN, inclusief zendapparatuur en Fernanda werd als middelbare scholiere actief als koerierster.
Fernanda (foto Anne Vaillant) |
In 1948 was ze het niet eens met de communistische coup in Tsjechoslowakije en kwam ze buiten de CPN te staan. Daarna werd ze niet meer gegroet door de Utrechtse CPN'ers, zoals voorman Barend Schreuders, de vader van de latere Waarheid-hoofdredacteur Gijs Schreuders. Fernanda was ontroerd toen de Franse trotskistische leider Alain Krivine (Zie herinnering 11) haar bij een bijeenkomst in centrum Rasa ergens in de jaren zeventig aansprak als kameraad. Dat was in al die jaren niet meer gebeurd. Fernanda werd bijzonder actief in de Utrechtse vrouwenbeweging en met name in de Abva-vrouwen. Altijd aanwezig, altijd betrokken, altijd gedecideerd.
Met Hugo, circa 1985 |
Fernanda's zoon Hugo woonde op de hoek in de bovenwoning op nummer vier. Toen ik hem leerde kennen eind 1975/begin 1976 was hij trotskist en bestuurslid van de Utrechtse afdeling van de Internationale Kommunistenbond. Ook op nummer vier woonde Jan Sturkenboom, een elektricien die bij het Utrechtse elektriciteitsbedrijf werkte en ook lid was van de IKB. Jan was in de jaren zestig gegrepen door de alternatieve beweging. Over hem grapte Marcel van der Linden - samen met anti-militarist Kees Kalkman bewoner van een ander links huis in de Frederik Hendrikstraat - dat Jan Utrecht in zijn eentje plat kon leggen in revolutionaire tijden. Ook op de Jaffastraat: Hugo's vriendin Marja Eikenaar en Jans vriendin Diana Krabbendam, ook IKB'sters. Later kwamen er andere makkers: mijn vriendin Christine Otten (Zie herinnering 14), die later tot mijn verdriet iets met Jan kreeg, Tjabring van Egten en Dick Oele.
Tjabring, Dick, Christine, Jan (1981) |
Hugo werd lange tijd mijn beste vriend, ook nadat hij eerder dan ik de beweging verlaten had (Zie herinnering 14). Hij was naast taalkundig begaafd ook een goede tekenaar; hij plaatste in het Utrechtse afdelingsblad De Rooie Moker een keer een tekening van een totempaal, met daarop de namen van alle kameraden die bepaalde taken niet hadden uitgevoerd. Favoriet waren ook de tekeningen van de konijntjes die Trotsky in Mexico had gehad. Ergens in de eerste helft van de jaren tachtig vertrok Hugo naar Amsterdam, waar hij in een kraakpand in de Indische Buurt ging wonen; ook Christine vertrok naar de hoofdstad. Ik was vanaf 1985 samen met Hugo het leidende duo dat het blad Links maakte (Zie herinnering 5).
Keuken Jaffastraat: Hans de Beer, Ankie Tukker, Tjabring van Egten (op rug), Jan Sturkenboom, Christine Otten (1981) |
Toen bleek dat Links niet echt een succes was en het ook niet zou worden en de afleveringen met vertraging verschenen werd Hugo cynischer en cynischer en daar kreeg ik meer en meer moeite mee. Hugo had ook een ingewikkelde relatie met zijn sterke en dominante moeder en beschouwde zichzelf als tweede-generatie oorlogsslachtoffer; hij ging in behandeling bij het Joods Maatschappelijk Werk en bij Fernanda begonnen de oorlogservaringen op latere leeftijd meer en meer op te spelen. Na 1990 verwaterde mijn vriendschap met Hugo.
Jan Sturkenboom werd later geluidstechnicus in Tivoli, het Muziekcentrum en het Muziekhuis. In het Muziekcentrum kwam ik hem eind jaren negentig nog een keer tegen toen ik er was voor een bijeenkomst van GroenLinks. In 2013 overleed Jan onverwacht aan een hartstilstand. In de Utrechtse editie van het AD stond een fraai in memoriam over de "anarchistische geluidsman". In de Leeuwenberghkerk namen we met een aantal oude makkers in een mooie muzikale bijeenkomst afscheid van Jan, een man waar niemand een hekel aan had, een man ook die mensen die hij niet zo zag zitten in prachtig Utregs gupppies kon noemen..
Met Fernanda hield ik ook na mijn verhuizing naar Delft contact, ze stuurde nog een zelfgebreid truitje na de geboorte van mijn dochter in 1995. Ze nam deel aan een initiatief over bewoners en verleden van de wijk Lombok, waar ook de winkel van haar ouders had gestaan. Ze beleefde een moeilijke oude dag, zo werden haar beide benen geamputeerd vanwege ernstige diabetes. Ze stierf in 2001. Op haar afscheidsbijeenkomst hield Hugo een onderkoelde, weinig warm overkomende toespraak. Het was voor mij en andere oude makkers zoals Hans de Beer en Ankie Tukker een vervreemdende ervaring. Een ervaring die vooral ook bewijst hoe ingewikkeld familiegeschiedenissen kunnen zijn. De Fernanda zoals ik me die herinner komt naar voren in dit fraaie interview van Hans Fransen van de Putte in het kritische vakbondsblad Solidariteit uit 1991: Interview Fernanda.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten