zondag 20 februari 2022

De liquidatie van mijn Zuid-Afrikaanse vriend Mark. Een halve eeuw politieke herinneringen, aflevering 8.

 Dinsdag 23 december 2014, in een vakantiehuis op Terschelling: Audry krijgt ’s ochtends een bericht in Messenger uit Zuid-Afrika: “Er is een overval geweest. Mark is neergeschoten en is overleden”. We horen in de dagen daarna wat er gebeurd is van Mark’s vrouw Emelia. Mark-Anthony Williams was ’s nachts aan het werk in zijn huis aan de Creusot Avenue in Pretoria West. Er kwam een executiepeloton binnen. Mark werd doorzeefd met vijf kogels, hij beschermde met zijn lichaam nog de toegang tot de badkamer waar Emelia en de kinderen zich verstopten. Zijn laptop en telefoon werden meegenomen door de overvallers. Emelia wist het zeker: Mark was het slachtoffer van een politieke afrekening, omdat hij als topambtenaar op het ministerie van Water en Bosbouw een grote corruptieaffaire op het spoor was gekomen.

Op Oudejaarsavond reisde ik vanaf een leeg Schiphol via Londen en Kaapstad naar East London in de Oostkaap voor de begrafenis van Mark.

Mark bij vertrek uit Delft eind 1999

We leerden Mark kennen omdat Audry en ik deelnamen aan het programma Dutch Friends van het toonaangevende internationale waterinstituut IHE in Delft. Mark arriveerde daar in het najaar van 1998 voor een postdoctorale cursus in watermanagement. Wij kregen hem toegewezen als student in het ruime jaar dat hij in Delft was en al snel ontwikkelde zich een hechte vriendschap. Mark was leergierig, nieuwsgierig en politiek geëngageerd. Hij was toen hij aankwam geen specialist in watermanagement, maar civiel ingenieur. Hij was in het Zuid-Afrika van na de apartheid als vertrouweling van minister Kader Asmal op het ministerie van waterzaken benoemd. In Delft moest hij keihard werken om de cursus met succes te voltooien.

Na zijn terugkeer naar Zuid-Afrika hielden we via email contact. Hij haalde ons over om met onze kinderen naar Zuid-Afrika te komen en relativeerde de verhalen over het geweld in het land. Zo stuurde hij een kaart met daarop restaurant Den Anker in het Waterfront van Kaapstad, waar Belgische bieren, bitterballen en mosselen op het menu staan. We gingen drie keer drie weken naar Zuid-Afrika, in 2001, 2004 en 2011 en verbleven steeds de eerste week bij Mark en Emelia en hun kinderen Lauren en Scott, in het huis waarin hij vermoord zou worden. Via Mark en Emelia leerden we familieleden en vrienden kennen, zoals Kelvin Vollenhoven en Stanley Henderson. We werden voor altijd verliefd op het schitterende, gastvrije en ondanks alle geweld en tegenslagen optimistische land.


Mark werd geboren in de kleurlingentownship Park Side in East London. Zijn ouders Cyril en Freda werken in onderwijs en in het ziekenhuis. Mark ging naar school in East London en ging daarna studeren in Kaapstad in 1985. De studie kon hij toen door de politieke onrust van die tijd niet afronden. Pas in 1995 haalde hij een diploma aan het Peninsula Technical College als elektrisch ingenieur.

Als schooljongen begon Mark te schaken en hij bleek talentvol te zijn. Als niet-blanke mocht hij niet genoemd worden als winnaar van een toernooi van spelers onder 13 jaar. Een traumatische ervaring, hij zei: “Ik hou van Zuid-Afrika, maar haat de wetten”. Hij schoolde zich in het spel in de bibiotheek van Parkside onder leiding van Bobby Bussack. Mark werd een belangrijke schaker binnen SACOS, de South African Council on Sport, de non-raciale sportkoepel, verbonden met de anti-apartheidsbeweging. Mark was bewonderaar van Steve Biko – dè grote inspirator van het Zuid-Afrikaanse verzet in de periode die tot de val van de apartheid leidde - en toen ik hem leerde kennen een overtuigd (en niet onbelangrijk) lid van het ANC. 

Krant naar aanleiding van de moord op Steve Biko, gekregen van Mark

In alle mails en gesprekken keerde hij zich fel tegen de corruptie en het grote graaien binnen het ANC, hij was daarover kwaad en teleurgesteld, hij stond voor een eerlijke progressieve politiek en integriteit, hij was een van de mensen die het nieuwe Zuid-Afrika vorm kon geven vanuit een belangrijke overheidspositie.

In de achtertuin bij Mark in 2006, met Stanley Henderson en Wim Schut. Stanley imiteert Mohammed Ali

Op 2 januari 2015 troostte ik Emelia en de kinderen en de moeder van Mark in de ouderlijke woning aan Olive Road. De afscheidsdienst vond plaats in de plaatselijkje katholieke kerk St. Francis Xavier en ter plekke werd besloten dat ik een van de dragers van de kist mocht zijn. In de met 500 mensen volle kerk vertelde Marks vriend John Bennett, gekleed in ANC-kleding, over hun persoonlijke en politieke vriendschap en viel hij de corruptie binnen overheid en ANC aan. Minister Edna Molewa hield een toespraak waarin ze het doortastende optreden van Mark als manager memoreerde, hij blufte zich door een versperring heen om zelf een reparatie aan een leiding te verrichten -  en eindigde op zijn Zuid-Afrikaans door een prachtig lied in te zetten, een emotioneel moment.  De vertegenwoordiger van het ministerie, de leidinggevende van Mark, Zandile Makhathini, hield daarentegen een ongeïnspireerd verhaal. Na de dienst en het afscheid van Mark in de geopende kist gingen we naar het crematorium Cambridge en daarna na een receptie met uitgebreid eten in Marks basisschool AW Barnes. Op weg daarnaar toe zagen we vol ongeloof hoe Makhathini met een aantal getrouwen langs de kant van de weg een fles bubbels ontkurkten en een proost uitbrachten. “Kijk, ze vieren feest”, zei Sorrius, een vriend van Mark die eerder in Delft aan het IHE was geweest. Sorrius, John Bennett en ik dronken de emoties na afloop weg met whisky in het prachtig in de natuur gelegen grote huis van John buiten East London.



Na de begrafenis zijn er allerlei onderzoeken gedaan naar de toedracht van de moord.  Duidelijk is dat er geen sprake was van een roofmoord, maar van een politieke afrekening. Tot op heden is er niemand in staat van beschuldiging gesteld en is het onderzoek gestopt.. Ik benaderde mijn Nederlandse contacten Bart Luirink en Evelyn Groenink, actief in de Nederlandse anti-apartheidsbeweging AABN en schrijvers  van de (door mij bij Uitgeverij Sua uitgegeven) eerste post-apartheidsreisgids over Zuid-Afrika, om te kijken of we aandacht zouden kunnen krijgen in de Zuid-Afrikaanse publieke opinie. Bart en Evelyn woonden toen allebei (deels) in Zuid-Afrika. Het resulteerde in een goed stuk over de moord in het  toonaangevende weekblad Mail and Guardian, geschreven door Tabelo Thimse.  Duidelijk uit dit stuk en latere publicaties werd dat er op het ministerie op grote schaal was gefraudeerd met aanbestedingen rond grote irrigatieprojecten. Het leidde tot 138 vervolgingen, waaronder elf op managementniveau. Makhathini zelf werd ook ontslagen. Als verantwoordelijke voor die grote projecten was Mark die fraude op het spoor gekomen. Tegen zijn chauffeur Lazarus Sibolo bekende hij vlak voor de moord bang te zijn voor zijn leven. Iemand op het ministerie zei: “Hij stelde het inschakelen van bedrijven die hij niet competent achtte ter discussie en dat maakte hem niet populair”.

Ruim zeven jaar na dato maakt het me nog steeds verdrietig en woedend dat mijn geweldige vriend Mark het slachtoffer is geworden van de corruptie onder Zuma , met zijn werkelijk desastreuze invloed op de staat en op het ANC. En het doet pijn dat de achtergrond van de moord bekend, is maar dat de opdrachtgever en daders waarschijnlijk nooit veroordeeld zullen worden.


PS- Evelyn Groenink schreef voor ZAM-magazine ook een stuk over de moord tegen de achtergrond van de corruptie in het Zuid-Afrika van Zuma: https://www.zammagazine.com/arts/749-tussen-bittere-amandelen-en-goede-hoop-deel-v


Mark in 2011


zondag 6 februari 2022

Hoe Zwijndrecht radicaal werd opgeschud. Een halve eeuw politieke herinneringen, aflevering 6

 Samen met mijn vriend Peter Penning was ik in Zwijndrecht in 1974 een van de oprichters van de plaatselijke afdeling van de PPR, de Politieke Partij Radicalen, een van de partijen die is opgegaan in GroenLinks. Eigenlijk moet ik hier aktiecentrum zeggen, want zo heetten afdelingen in de PPR.


De oprichters, ik zit tweede van links

Op de foto uit het huis-aan-huisblad Hier Zwijndrecht van 6 maart 1974 zit ik op de bank met medeoprichter en later raadslid Cor Crans, Peter en bestuurslid Jaap van der Torre. Peter was iets eerder lid geworden dan ik. Beiden waren we het jaar daarvoor al actief geworden in het Dordtse Chili Komitee en deelden we folders over de coup in Chili uit in de Dordtse binnenstad. We herinneren ons nog vergaderingen in het Hof, de historische plaats waar de eerste Statenvergadering van de Republiek der Nederlanden had plaatsgevonden in 1572. De val van de linkse regering van Salvador Allende in Chili was voor ons een emotionele en vormende ervaring, ik zie de beelden van Achter het Nieuws over de schietpartijen rond het Moncada-paleis en het oppakken van de linkse activisten nog voor me. Chili 1973 staat voor mij en mijn politieke generatie in hetzelfde rijtje als de val van de Muur, 9/11 en de moord op Fortuyn: gebeurtenissen die het politieke en maatschappelijke klimaat ingrijpend veranderden.


De oprichting van de Zwijndrechtse PPR stond in het teken van de gemeenteraadsverkiezingen van 29 mei van dat jaar. De PPR ging daaraan meedoen, het was bij mijn weten de eerste keer dat er in Zwijndrecht een partij links van de sociaal-democratie deelnam aan de raadsverkiezingen. Mijn keuze had ook op de PSP kunnen vallen, al is het maar vanwege de iconische poster met blote vrouw en koe in het weiland, nog steeds hèt beeld van de jaren zeventig. De PSP had echter geen afdeling in Zwijndrecht en de PPR leek in de behoudende tuindersgemeente, die snel aan het groeien was door Rotterdamse import,  een veiliger en acceptabeler keus. De PPR had bovendien de wind mee en was bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 1972 van drie naar zeven zetels gegaan onder leiding van Bas de Gaay Fortman. Deelname aan het roemruchte kabinet Den Uyl was daarvan de beloning. Op ons Develsteincollege was er rond die verkiezingen ook een bijeenkomst geweest. Die werd voorgezeten door onze weinig subtiele vriend Ger Tempel, die een schoolgenoot die zich nieuw-rechts noemde introduceerde met: “Hier komen dan de neo-fascisten en en als Ben aan de macht komt, weet ik zeker dat ik in een concentratiekamp kom’. Tijdens die campagne waren we ook een keer naar een bijeenkomst met aartsvijand Hans Wiegel in het Dordtse Kunstmin geweest, waar we in de pauze een vier pils op kosten van de heer Wiegel bestelden, die na enige aarzeling gewoon voor ons werden neergezet door de bediening.

De redactie van onze schoolkrant in 1974. Ik sta tweede van links, Peter zit naast me.

Ik herinner me dat we besprekingen hadden met de weinig radicale Zwijndrechtse PvdA, met Ger-Jan Vogelaar en PI Veenstra. Beiden zouden lang als wethouder actief zijn. Veenstra was mijn oude hoofdonderwijzer op basisschool De Rank, een typische strenge maar rechtvaardige Friese sociaal-democratische onderwijzer. Hij werd later nog dominee en toen ik hem bij een lagere-schoolreünie ontmoette in de tweede helft van de jaren negentig geestelijk raadsman.

Met de PvdA’ers hadden we het onder andere over Keerpunt 72 van PvdA, D66 en PPR en over het PPR-rapport Barsten in de groei. Wat ik niet meer wist en in het stuk in Hier Zwijndrecht staat, is dat we voor de raadsverkiezingen ook een gezamenlijk programma opstelden. We namen wel zelfstandig deel aan de gemeenteraadsverkiezingen. Mijn broer Peter en ik stonden op de lijst; Peter Penning die die zomer naar Utrecht zou verhuizen, niet. Van de campagne weet ik zelf niets meer, Peter vertelde me dat we als actiepunt het verkeersluw maken van de drukke Da Costastraat hadden en dat ons dat veel stemmen opleverde.


Bij de verkiezingen haalden we met 842 stemmen 5,27% van de stemmen en kwamen we in de gemeenteraad en de PPR en later GroenLinks zijn daar ook altijd ingebleven. In 2018 haalde GroenLinks 1056 stemmen, 6,29%. Cor Crans was vanaf 1974 gedurende lange tijd het gezicht in de raad. Cor was onderwijzer en werd ook directeur van de landelijke filmkeuring. Daar kwam hij nogal eens in conflict met de filmwereld en hij was het hartgrondig oneens met de opheffing van de keuring in 2021. Hij maakt zich nog steeds sterk voor een vak Kijkkunde in het onderwijs. Cor Crans was in 1974 net als Peter en ik pijproker en Cor blijkt dat nog steeds te zijn, hij maakt zich hard voor dit culturele erfgoed: “Laat ik voorop stellen dat pijp roken helemaal niets te maken heeft met vijf minuten ordinair paffen in een rookhol. Het is dan ook zeker geen verslaving. Het gaat mij als pijproker om een bepaalde levensstijl. Je neemt er ruim de tijd voor en je drinkt ondertussen een goed glas wijn of whisky. Noem het maar het grote genieten.” (BN-De Stem, 14-8-08).


In 1974 en 1975 groeide het plaatselijke PPR-aktiecentrum en werden er verhitte discussies gevoerd over de rol van Roel van Duijn in het Amsterdamse college en de aanleg van de metro in de Nieuwmarkt. Toen ik in 1975 geschiedenis ging studeren kwam ik in een radicalere omgeving terecht en ging de PPR me met zijn te grote nadruk op individuele gedragsverandering minder aanspreken. De ironie wil wel dat op het PPR-verkiezingsaffichte van 1974 pontificaal een oerhollandse fiets prijkte en dat ik nu sinds 2008 lobbyist ben van de Fietsersbond (opgericht in 1975) .