Voetballen met gemeente Delft, met Niek van Doeveren in het gele keepersshirt en ik met mijn zoon David knielend links |
De verkiezingen hadden in het teken gestaan van de opkomst van Fortuyn en na de moord op hem was ook Delft in rep en roer. Op 6 mei was ik met mijn gezin in een vakantiepark en nadat ik er beelden van het rumoer op het Binnenhof op de tv kwamen heb ik mijn buren maar gevraagd mjjn GroenLinks-affiche van het raam te halen.
Bij de verkiezingen had Leefbaar Delft op de vleugels van 9/11 en Fortuyn zes zetels gehaald, nadat de partij in 2001 was opgericht door SP-raadslid Jan Peter de Wit. Grote voorman was de plaatselijke beroemdheid Martin Stoelinga met zijn karakteristieke snor (overleden in 2021). Tijdens de verkiezingscampagne speelde hij de anti-islamitische kaart en betrad hij de Markt gezeten op een olifant. In zijn fractie zat ook de muzikant Peter Tetteroo, de zanger van de Tee Set (Ma Belle Amie). Tetteroo overleed later dat jaar en werd vervangen door een andere muzikant uit de Stoelinga-stal, gitarist Polle Eduard (Ik wil jou).
Stoelinga op zijn olifant voor het Delftse stadhuis |
De schok die Fortuyn had veroorzaakt had ook gevolgen voor onze GroenLinks-fractie. Op een fractieweekend bespraken we met de landelijke voorzitter Herman Meijer hoe we aan moesten kijken tegen de opmars van populistisch rechts, de kritiek op de gevestigde politiek en de draagvlak voor het migratiebeleid. Tijdens de algemene beschouwingen ging ik als fractievoorzitter op deze vragen in en bepleitte onder meer een straatfeestsubsidie om de sociale samenhang te bevorderen. Het was een wat tastend verhaal en de Delftsche Courant vond het daarom maar vaag.
Binnen onze fractie was het hard werken, de chemie erbinnen was minder dan die in de voorgaande twee periodes. Wethouder Rik Grashoff, de ervaren Saskia Bolten en ik waren het leidende trio, de anderen waren minder sterk en/of zoekend naar hun rol. Het op één lijn krijgen en houden van deze fractie kostte erg veel energie, sommige karakters botsten ook.
Het optreden van Leefbaar Delft en van Jan Peter De Wit-afsplitsing FRIS maakte het er niet makkelijker op. Binnen de raad waren ze vaak afwezig of alleen gericht op oppositie om de oppositie, in de plaatselijke pers en op internet voerden ze het hoogste woord en was het net alsof ze heel actief waren.
Een dieptepunt was een relletje rond een nieuwe skatebaan op de middenberm van de Provinciale Weg. Er waren wat klachten van omwonenden en Stoelinga werd daarvan de spreekbuis. Hij beweerde dat er vuilniszakken vol spuiten en condooms waren gevonden en overhandigde in de gemeenteraad een pakket om dat te bewijzen. De inhoud bestond uit twee ongebruikte spuiten en een ongebruikt condoom - niet van de skatebaan dus. Achteraf werd deze vorm van politiek bedrijven afgewezen door de gemeenteraad en wij vonden deze manier van politiek bedrijven beneden alle peil. Onlangs zei de toenmalige D66-wethouder Meine Oosten me nog dat er bij hem toen iets geknapt was. In Delft waren we gewend aan felle debatten, maar de persoonlijke verhoudingen tussen alle fracties waren goed.
Fotoshopgeintje van de website Politiek Delft |
Bij mijn afscheid van de gemeenteraad op 18 december 2008 zei ik: "De virtuele gemeenteraad krijgt meer aandacht dan de echte: een stoer geschreven blog wordt overgeschreven in de krant en wordt daarmee politieke realiteit, maar dan wel een politieke realiteit buiten de politieke arena, die van de raad. In de echte arena worden die ideetjes vaak niet eens naar voren gebracht. En goed onderbouwde betogen in commissies en raad worden niet eens meer gehoord. Voor “moeilijke” onderwerpen is geen belangstelling, voor relletjes, ruzietjes en hypejes des te meer. Populistische politici en media die te veel meebuigen in populistische richting zijn zo een onzalig bondgenootschap aangegaan, dat de kloof tussen burgers en politieke elke dag opnieuw weer schept en reproduceert. Wat mij betreft kan er niet snel genoeg een einde komen aan deze wurggreep van de mediacratie."
Het absolute dieptepunt was de zogenoemde gondelaffaire, die de Delftse politiek jarenlang verziekt heeft. Daarover valt een heel boek te schrijven, ik beperk me hier tot enkele hoofdlijnen. In 2005 besloot wethouder Christiaan Baljé van de VVD te stoppen omdat hij een baan aangeboden had gekregen bij vastgoedontwikkelaar Blauwhoed. Ik was daarin teleurgesteld, hij beschouwde mij als zijn leermeester en had zich verbonden aan het college. Voordat hij afscheid nam kwam Stoelinga opeens met een videopname op de proppen. Die was gemaakt door pizzeria-eigenaar Salvatore, die Baljé had getracteerd op eten en drinken en hem stiekem had gefilmd tijdens gesprekken over een grondverkoop. Daaruit zou moeten blijken dat Baljé corrupt was. Achtergrond was dat Salvatore graag twee Venetiaanse gondels wilde laten varen in de gracht voor zijn restaurant, Baljé dat min of meer had toegezegd en dat niet volledig was nagekomen. Er was wel een (merkwaardige) subsidie toegekend, maar onvoldoende om de gondels te kopen. De video-opname was een soort wraak van de pizzeria-baas. Stoelinga was met de opname naar burgemeester Verkerk gegaan, die had de boot afgehouden (hij kwam als Haagse wethouder ook voor in het gesdprek rond de grondverkoop…) en daarna gooide Stoelinga alles op straat. De vertrekkende wethouder werd `zo in diskrediet gebracht door een zonder zijn toestemming gemaakte opname.
Het college van B&W reageerde als door een horzel gebeten en liet na een snel intern onderzoek weten dat er niets aan de hand was. Achter de schermen waren er overigens felle discussies tussen mij, de andere coalitievoorzitters en de wethouders over de vraag of de houding wel kritisch genoegd was. Maanden later bleek uit nadere publiciteit dat er wel degelijk fouten waren gemaakt door wethouder en ambtelijk apparaat en dat stelde ik dan ook onomwonden vast in de raad. Nog steeds geloof ik niet dat Baljé corrupt was rond gondels en grondverkoop. Door de affaires met onder meer Jos van Rey in Roermond, Hooijmakers in Noord-Holland en Richard de Mos in Den Haag besef ik me wel extra goed de gevaren van een te makkelijk omgaan met ondernemers en het doen van toezeggingen in een informele sfeer. Het is een gevaarlijke bestuursstijl en Baljé was daar een exponent van.
In de raad zei ik over de aanval van Stoelinga: "Iemand willens en wetens kapot maken en als je daarop wordt aangesproken over inquisitie beginnen. Leefbaar Delft doet zich graag voor als Klein Duimpje, die het tegen de reus van de gemeente opneemt. Niets is minder waar. In feite is onze lokale democratie het kwetsbare Klein Duimpje, dat zich voortdurend moet verdedigen tegen onwaarheden en onfrisse insinuaties. Leefbaar Delft bedrijft geen nieuwe politiek, maar vernielpolitiek, gebaseerd op rancune.Voorzitter, GroenLinks zegt : tot hier en niet verder. Wij willen geen maffia-achtige toestanden in Delft". Daar was geen woord Chinees bij.
Met Rik Grashoff in de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen 2006 |
Aan het eind van de periode kwam de vraag aan de orde of wie de kar voor GroenLinks na 2006 zou gaan trekken. Rik Grashoff was inmiddels acht jaar wethouder en Saskia Bolten had ambitie om wethouder te worden. Mijn gevoel zei dat Rik beter zou kunnen stoppen. Zijn gedecideerde, ik zou zeggen Rotterdamse manier van besturen leverde oppositie op onder de bevolking, ook onder onze eigen stemmers. Ik had het idee dat het geduld van mensen aan het opraken was. Rik was er zelf niet van overtuigd dat hij moest stoppen. Tijdens een lange avondlijke en nachtelijke sessie bij Rik in zijn boerderijwoning aan het Rietveld kwamen we met zijn drietjes tot de conclusie dat stoppen het beste was en dat Saskia onze nieuwe lijsttrekker en wethouderskandidaat zou worden. Zelf bleef ik in beeld als fractievoorzitter en kreeg in van het partijbureau van GroenLinks dispensatie om voor een vierde termijn als raadslid te gaan. We hielden zo de regie in handen, hielden een persconferentie en lichtten ons besluit toe: een goed voorbeeld over hoe om te gaan met een opvolgingskwestie.
Christiaan Mooiweer, wethouder voor de studentenpartij STIP in de tweede helft van de periode 20020-2006, wees me er terecht op dat Anne Koning en Lian Merkx wethouder werden in 2006 en niet in 2002. Het verhaal zelf klopt wel.
BeantwoordenVerwijderen