vrijdag 19 januari 2024

Een hoogtepunt in de Feyenoord-geschiedenis. De boekenreeks van Jan Oudenaarden

Vorig jaar verscheen het vijfde deel van De geschiedenis van Feyenoord, het levenswerk van Rotterdam-kenner en Feyenoord-supporter Jan Oudenaarden. Het duurde even, omdat de uitgever het financieel niet aandurfde. Het is werkelijk een titanenarbeid die Oudenaarden samen met de beeldredacteur Paul Groenendijk verricht. Dit deel (Het nieuwe Feyenoord 1970-1984) bevat 542 pagina’s, de eerdere vier delen hebben een soortgelijke omvang, we zitten nu op meer dan 2300 pagina’s. En dan zijn we van 1908 tot 1984 gekomen. 



Ook in dit deel staat weer boordevol informatie in chronologische volgorde. Niet alleen over de selectie en de trainers en alle wedstrijden, maar ook over de vele bestuurlijke perikelen. Ook het vandalisme in deze periode van opkomst van het hooliganisme (en dalende toeschouwersaantallen) krijgt aandacht (gooien van een asbak en een bom, vernielingen van bussen en treinen etc.). Soms duizelt het de lezer van de feiten, zelf vond ik het opnemen van alle wedstrijden van het Nederlands Elftal met Feyenoorders wat te veel van het goede. De beeldredactie is werkelijk voorbeeldig, de foto’s sluiten perfect aan bij de tekst en zijn voor het overgrote deel niet te vinden in andere Feyenoord-boeken. Extra leuk is dat Oudenaarden op een aantal plaatsen passages citeert uit mijn boek Leve Feyenoord Eén, onder meer over de afschuwelijke gebeurtenissen tijdens Feyenoord-Spurs in 1974 en 1983 en over de Hongaarse cultspeler Attila Ladinsky.

Het boek begint met het seizoen na het winnen van de Europa Cup in 1970 en eindigt met het behalen van de dubbel in 1984. Een succesverhaal is het daarmee zeker niet, in de tussenliggende jaren telden we alleen kampioenschappen in 1971 en 1974 en de bekerwinst in 1980. De rode draad schetst toch vooral het verval van een Europese topclub door slecht transferbeleid, amateuristische leiding en gekonkel (met een hoofdrol voor manager Stephan) en een ongelukkige hand van keuze voor trainers. Coerver en Brezanczyk werden nooit geaccepteerd door de spelers, toptrainers als Boskov en Jezek maakten hun reputatie ook niet echt waar. Vanaf 1978 werd er gesproken over Het nieuwe Feyenoord, maar dat kon de neergang niet verbloemen. Symbool voor de neergang was het vertrek van de twee resterende spelers van wereldklasse uit het elftal van 1970, Wim Jansen en Willem van Hanegem, beiden uit onvrede over het beleid en de achteruitgang. Oudenaarden laat daarbij de feiten voor zich spreken en is terughoudend met het geven van eigen oordelen.

Het boek bevat allerlei interessante anekdotes die je niet zo snel elders tegenkomt. Henk Wery sloeg ploeggenoot Franz Hasil onder de douche bijna knock-out, omdat Hasil een oogje op diens aantrekkelijke vrouw had. Jörgen Kristensen (een van mijn favoriete spelers) was trainer Brezanczyk zo beu dat hij op de training zijn broek liet zakken. In 1975 ging een speler na een vriendschappelijke wedstrijd tegen Arsenal in Londen om vijf uur ’s nachts poedelnaakt op vrouwenjacht in een pub. Nadat Feyenoord op 24 oktober 1979 de Europa-Cupwedstrijd tegen Malmö met 4-0 won trok Abba-zangeres Anni-Frid even verderop in Sportpaleis Ahoy een Feyenoord-shirt aan.


Persoonlijk heb ik de jaren 1971 tot 1976 intensief beleefd en veel wedstrijden gezien. Daarna werd mijn betrokkenheid veel minder, met een opleving in het seizoen 1983-1984, het succesvolle seizoen met Cruyff en Gullit.

Jan Oudenaarden liet weten dat de tekst van het zesde deel en zevende deel van de serie ook al af is. Dat worden dan ook weer twee delen met weinig sportieve hoogtepunten. Deze ongeëvenaarde serie over de geschiedenis van de mooiste club van de wereld is echter op zichzelf al een bewonderenswaardig hoogtepunt.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten