dinsdag 31 januari 2012

De ultieme Rock-and-Rollplaat: Herman Brood and his Wild Romance-Shpritz


Mijn top 10 is niet compleet zonder wat niet alleen de beste cd van Nederlandse bodem is, maar ook de beste rock-and-rollplaat aller tijden: Shpritz van Herman Brood met zijn Wild Romance uit 1978. Net zoals Bob Marley’s Live en Bowie’s Station to Station is het een plaat die onlosmakelijk verbonden is met mijn Utrechtse studententijd. Op elke feestavond stroomde de dansvloer vol op het onverwoestbare Saturday Night, gevolgd door het hypersnelle Dope Sucks, het gevoelige One en het uptempo Doin’It (met het massaal meegebrulde Feel like doin” it, cha cha) . Of het nou in Veritas was op zondagavond met de latere GroenLinks-coryfee dj Joost Lagendijk, op de geschiedenisfeesten op dezelfde locatie, op de wekelijkse feesten van de linkse medicijnenclub MSFU: altijd werden die vier openingsnummers van Shpritz achter elkaar gedraaid. Shpritz is voor mij ook een van de albums die me afbrachten van de eenzijdige belangstelling voor Zappa, jazz-rock en symfonische rock, het maakte me rijp voor de new wave, voor bands als The Jam en The Clash. Nummers van twee, drie minuten, dat was wat anders dan twintig minuten Close to the Edge.

Shpritz is hèt album van Wein, Weib und Gesang, van sex and drugs and rock & roll, een soundtrack van de drang om uit te moeten, gaan, te dansen, te flirten, te vrijen, te drinken, te gebruiken, je te laten gaan. Ik zou niet weten welke andere plaat dat gevoel beter vertolkt. Vergeleken met de superspeed van Shrpitz klinkt Velvet Underground als een bedachte, bijna saaie intellectualistische zelfkantgroep en Nirvana als niet meer dan puberale Weltschmerz.

In de bijzonder fraaie en informatieve documentaire in de serie Classic Albums werd de essentie van Shpritz door de muzikanten en de mensen om de groep heen perfect onder woorden gebracht en uitgelegd. Hugo Sinzheimer zegt erin dat Brood junkieverhalen omzette in rhytm and blues, gitarist Danny Lademacher noemt Brood een van de eerste rappers. In de documentaire komt ook de cruciale rol van het zwoele achtergrondkoor van The Bombita”s aan de orde en het ongelofelijk strakke spel van de band en de snelheid van de nummers, opgenomen binnen een week tijd in de pornofilmstudio. Het swingende, dominante pianospel van Brood, de scherpe, cruciale gitaarpartijen van Lademacher, het stuwende drumwerk en de übersnelle hi-hats van Cees Meerman, de scheurende sax van Bertus Bongers: het levert een sound op die ook in 2012 nog staat als een klok.

Shpritz (het Duitse woord voor spuit) is meer dan een verzameling hele goede nummers zonder zwakke plek. Elk nummer gaat door waar het vorige ophoudt. Luister alleen maar naar de hartverscheurende opeenvolgende songs R & Roll Junkie/Never Enough/Pain/Get Lost. Het is een vertelling, een soundtrack een kunstwerk. Wanneer je er zo naar luistert wint Shpritz na al die jaren eigenlijk alleen maar aan kracht en betekenis. Ook al omdat we natuurlijk allemaal weten dat Brood nooit meer iets heeft gemaakt dat even goed is en we ook allemaal weten hoe het met hem is afgelopen. Het maakt Shrpitz tot het doorleefde statement van een muzikant die aan de zelfkant leefde, de zelfkant die hem zowel zijn creativiteit gaf als zijn lichaam verwoestte. Natuurlijk, ik weet dat Brood dat imago zelf ook cultiveerde, ermee speelde en het exploiteerde. Aan de zeggingskracht van het album doet dat wat mij betreft niets af.

De Nederlandse achtergrond geven Brood en Shpritz een extra dimensie. Zijn levensverhaal maakt deel uit van het Nederlandse collectieve geheugen. Iedereen kent wel uit eerste, tweede of derde hand verhalen over Brood en zijn uitspattingen. Ik heb Brood zelf nooit zien optreden en nooit ontmoet, maar ik ken wel verhalen over hoe hij in een Utrechtse kroeg een nacht doorhaalde met een paar liter jenever en hoe hij ’s ochtends bij de opname van een radioprogramma eerst rum in zijn thee moest. Het verhaal van de rock and roll in Nederland is het verhaal van Herman Brood. Iemand die vier jaar was toen Brood een eind aan zijn leven maakte vertrouwde me laatst toe lang gedacht te hebben dat Peter Koelewijn Kom van dat dak af zong om Herman Brood tegen te houden bij zijn zelfmoordsprong. Eigenlijk wel een mooie gedachte. Tussen Kom van dat dak af als begin van de Nederlandse rock and roll en het tragische einde van Brood staat Shpritz als trots hoogtepunt. Wat mij betreft komt alleen Focus III er in de buurt als internationale top-cd van Nederlandse bodem. Maar Focus, dat is binnen de pop zo’n beetje het tegendeel van de rock and roll van Brood:

I've seen the macrodynamics, & the psychedelic trash

symphonic Nellies, pretending high class

I've seen those funky assed turkeys

on their big platform discoshoes

the new wave hype & the old jive juice

I'm a heart & soul, Rock & Roll,

heart & soul Rock & Roll junkie

it's magic, fantastic, plastic fireball

makes you strung out for life

makes you stumble & fall

they're gonna call you names you never heard before

they got you comin' down on music you adore

but when I do my suicide for you

I hope you miss me too

I'm a heart & soul, Rock & Roll,

heart & soul Rock & Roll junkie