These last months I participated in several meetings on the rise of the radical political right in Europe and the consequences for cycling advocacy. In this article I want to reflect on this development and these discussions.
Linksbuiten
zondag 29 juni 2025
Optimism of the will. Cycling advocacy in troubling political times
woensdag 26 februari 2025
Nieuwe linkse partij? Samenwerking verdiepen en verbreden
Vijf jaar geleden spraken de partijcongressen van GroenLinks en PvdA zich uit voor een nauwe samenwerking. Ik was een van de indieners van zo’n motie op het congres van GroenLinks (Achtergrond motie). Sinds die tijd is er heel veel gebeurd: één lijst en programma bij de Kamerverkiezingen van 2023 en een gezamenlijke fractie in de Kamer, één fractie in de Eerste Kamer, samenwerking bij de Europese verkiezingen, gezamenlijke deelname aan de komende gemeenteraadsverkiezingen in 80% van de gemeenten in 2026. Een ontwikkeling die door de kiezers van beide partijen in een periode van versplintering ook wordt gewaardeerd
Een voorlopige balans
Toch is er in mijn ogen bepaald geen reden tot tevredenheid. Het resultaat bij de Kamerverkiezingen werd geframed als een grote overwinning, maar dat was het niet. Het ging versplintering tegen, maar was niet beter dan de voorafgaande peilingen van de afzonderlijke partijen en de winst kwam uitsluitend door het leegeten van D66, Partij voor de Dieren en Volt. De opmars van rechts in de Nederlandse samenleving werd dus in het geheel niet gestopt. Ook de campagne-inzet om de grootste partij te worden mislukte. Het profileren van Timmermans als centrum-linkse premierskandidaat betekende dat de fundamentele progressieve inzet van het verkiezingsprogramma van de radar verdween. Bovendien is een oriëntatie op het centrum kansloos wanneer het discours rond de verkiezingen volledig door rechts wordt bepaald. Er werd ook geen regeringsprogramma op hoofdpunten voorgesteld dat alle progressieve krachten in de Kamer had kunnen aanspreken en een eigen rol in de campagne had kunnen spelen. Over de door Timmermans met veel bombarie aangekondigde Green Deal hoorden we niets meer.
In de hele periode van de verkiezingen tot nu is de Kamerfractie zoekende naar haar rol en moest tandenknarsend worden toegekeken hoe sociaal-democraten als Plasterk en Putters de PVV in de regering hielpen. Natuurlijk, het kabinet-Schoof wordt fel bekritiseerd, maar eigen voorstellen komen onvoldoende voor het voetlicht. Een interessant voorstel van Andrée van Es in De Helling (het blad van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks) om een progressief schaduwkabinet te vormen leidde niet tot een openbare discussie, er werd niets meer over vernomen. In de peilingen staan alle linkse partijen sinds de verkiezingen op winst, behalve GroenLinks-PvdA. Het optreden van Timmermans - door rechts overigens tot in het absurde gehaat - wordt door de eigen achterban als matig en niet-inspirerend beoordeeld. Het GroenLinks-kader herkent zich totaal niet in het optreden van Timmermans en mort erover zonder naar buiten te treden.
Ondertussen gaan de partijbesturen stug door met het werken in de richting van een fusie. Opvallend is dat hele proces strak van bovenaf geregisseerd wordt en volledig geconcentreerd wordt op samenwerking in vertegenwoordigende organen. Bijeenkomsten die er op dit moment zijn gaan over gezamenlijke waarden; belangrijk, maar onvoldoende voor een scherpe politieke discussie. Wat ontbreekt is een visie op een moderne linkse beweging in de samenleving van nu. Een discussie met de andere linkse partijen komt niet van de grond en ook progressieve sociale bewegingen worden niet betrokken in het hele proces. De aanwezigheid op social media laat te wensen over. Discussie die er is vindt plaats en nostalgische PvdA-mastodonten en het radicale Links Boven. Waarom is er geen openbare voor iedereen toegankelijke discussie op de websites van de partijen? Een discussie die open is voor alle mensen met een progressief hart?
Groen en sociaal-democratisch, maar hoe?
Onlangs pleitte Kamerlid Habtamu de Hoop voor snelle oprichting van een nieuwe linkse partij (Rede De Hoop) en Timmermans onderschreef dat pleidooi. Hoe zij dat proces voor zich zien en hoe dat zich verhoudt tot het lopende proces blijft daarbij in nevelen gehuld. Erger is dat de inhoudelijke ideeën van De Hoop en Timmermans erg mager zijn en niet verder komen dan klassieke sociaal-democratische herverdelingsvoorstellen. Jesse Klaver leverde overigens een soortgelijke variant af in zijn essay in Vrij Nederland, waarin bijna de hele Nederlandse bevolking wordt gereduceerd tot een middenklasse die de dupe is van een kleine groep rijken (Essay Klaver). Zeggen dat je voor een groene, sociaal-democratische partij bent is nog al gratuite wanneer je niet aangeeft hoe je die twee uitgangspunten kunt combineren. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is die combinatie electoraal overigens best mogelijk: progressieve kiezers vinden zowel klassieke economische als ecologische thema’s belangrijk. En praktisch opgeleide voormalige sociaal-democratische kiezers vinden vooral een overtuigend sociaal-economisch programma beslissend. Dat concluderen de wetenschappers Silja Häusermann en Herbert Kitschelt op basis van een uitgebreid onderzoek naar het sociaal-democratische electoraat in zes Europese landen (Onderzoek sociaal-democratie). Om succes te boeken is daarbij wel een politieke stijl nodig die mensen niet onnodig afschrikt door moralisme en superioriteitsgevoelens, een stijl die de zorgen van burgers serieus neemt.
Interessanter dan de stukken van De Hoop en Klaver was de bijdrage van Marjolein Moorman bij Rood Vooruit, die liet zien dat de hervormingsagenda van Joop den Uyl heel wat radicaler was dan de voorstellen van de hedendaagse leiders (Toespraak Moorman). Spreiding van kennis, macht en inkomen: dat begint met het inzicht dat de economische macht op de wereld meer dan ooit in handen is van een kleine groep bezitters. Het temmen en ontmantelen van die macht is een kernopgave van links, in combinatie met het steunen van verzet en bewegingen die het kapitalisme ontvluchten. Zo’n multidimensionale inzet bepleitte ik eerder in een essay: Tekst essay.
Hoe verder?
Werken in deze richting vergt een scherp debat in de turbulente tijden waarin we leven. Wat is de positie van Nederland in Europa en de wereld, nu het Westen door het tolereren van de genocide in Gaza elk moreel gezag kwijt is, terwijl Trump ondertussen het westerse bondgenootschap opblaast? Hoe bereiken we een betere regulering van asiel- en vooral arbeidsmigratie? Hoe bieden we mensen bestaanszekerheid, voorkomen we een armoedeval en perverse effecten van het toeslagenstelsel? Hoe kunnen we de woningnood snel oplossen? Hoe gaan we de macht van de techmiljardairs tegen? Hoe gaan we de gijzeling van de collectieve sector door private equity tegen? Hoe zorgen we voor een rechtvaardige klimaatpolitiek? Hoe herstellen we de natuur en brengen we de landbouwtransitie op gang? Hoe doorbreken we het beeld dat links alleen met identiteitspolitiek bezig is? Hoe bereiken we een deel van de kiezers die nu rechts stemmen?
Bij de motie van 2020 pleitten we voor een nieuw Keerpunt 72 om een nieuw elan en focus voor links te bewerkstelligen. De noodzaak voor een zo breed mogelijk bediscussieerd en gedragen manifest op hoofdpunten is er nu nog meer dan toen. Daar zou de energie van GroenLinks en PvdA in gestoken moeten worden. De progressieve schaduwregering van Andrée van Es zou er het sluitstuk van kunnen zijn. Gedragen door een aansprekende nieuwe lijsttrekker en een team van energieke enthousiaste kandidaten.
maandag 27 januari 2025
Echte linkse voetbalclubs? Een ontdekkingsreis, van St Pauli en Liverpool tot Boca Juniors
De auteurs zijn Britse voetbalfans, uitgesproken links en kritisch over het vaak racistische karakter van het Britse betaald voetbal. Voor hen is het supporter zijn van een club een collectieve ervaring, het stadion is een van de weinige plekken in de maatschappij waar mensen nog zo'n ervaring kunnen meemaken. Zij besloten na een bezoek aan St Pauli, de Hamburgse club die over de hele wereld gezien wordt als hèt voorbeeld van een linkse club, meer clubs met een progressief profiel te bezoek en daarover te schrijven. De supporters van de elf clubs aan wie zij in het boek een hoofdstuk wijden zijn nogal verschillend, maar de grootste gemene deler is een egalitaire, ant-racistische en anti-fascistische identiteit en verzet tegen de commercialisering van het voetbal.
dinsdag 7 januari 2025
Bij de Addicks in The Valley en bij Fulham in Craven Cottage
Ook tijdens de afgelopen feestdagen stond er weer een reis naar het Engelse voetbal op het programma. Na Bristol en Birmingham was nu voetbalhoofdstad Londen weer aan de beurt, voor het eerst sinds 2019. Het was voor mij de negende keer Britse voetbaltrip met mijn zoon David vanaf begin 2011, vriend Chris was er voor de derde achtereenvolgende keer bij.
Nadat we op vrijdag in de pub de finale van het WK Darts hadden gezien met een kansloze Van Gerven gingen we zaterdag naar Charlton Athletic-Reading. Een wedstrijd op het derde niveau, de League One. Charlton is een club met een eigen aanhang in Zuidwest-Londen en speelt in het karakteristieke stadion The Valley, met een capaciteit van ruim 27.000 toeschouwers. Er waren er nu ruim 15.000, waarvan 2500 in het uitvak.
Vorraf bekeken we in de grote bar/kantine achter het Covered End achter de goal eerst naar Tottenham-Newcastle op grote schermen, een wedstrijd in een waanzinnig tempo. Charlton-Reading ontpopte zich als een wedstrijd old skool Engels voetbal met veel lange ballen en enorm veel kopduels. Het technische raffinement kwam vooral van de Charlton-vleugelspelers Tyreece Campbell en Thierry Small. Na de rust kreeg Charlton gesteund door het publiek meer en meer de overhand, maar werd een goal van Campbell afgekeurd en wegens buitenspel en werd een handvol grote kansen om zeep geholpen. Reading goalie David Button onderscheidde zich daarbij. Het bleef dus 0-0.
Na de wedstrijd liepen we naar Greenwich om daar in een pub naar Brigton and Hove-Arsenal te kijken, weer een mooie match in een supertempo.
Op zondag viel het weer in Londen in vergelijking met het midden en Noorden gelukkig mee, al regende het wel regelmatig. Na een bezoek aan een indruwekkende tentoonstelling van Pamela Phatsimo Sunstrum in The Barbican vetrokken we naar Craven Cottage voor de Premier League-wedstrijd Fulham-Ipswich. Voor David en mij was het het derde bezoek aan Fulham. Altijd bijzonder: uistappen bij Putney Bridge, door het park langs de rivier richting stadion aan de Stevenage Road en eenmaal binnen de oude hoofdtribune en het kasteeltje bewonderen.
Fulham had verreweg het meeste balbezit, maar kon weinig kansen creëren. Sterspeler Alex Iwoki kon niet uitblinken en bij Ipswich was spits Liam Delap voordurend dreigend. Vlak voor rust kwam Ipswich op voorsprong na een rebound uit een kopbal onderkant lat. Na rust zagen we hetzelfde patroon. Fulham kwam pas laat gelijk door een penalty van Raúl Giménez. Uit de eerste de beste volgende aanval kreeg Ipswich ook een penalty, benut door Delap. Vlak voor tijd kreeg Fulham weer een penalty na een domme ovetreding. Vlak voor onze ogen beutte Jiménez ijskoud ook zijn tweede. Zo werd het 2-2, in een wedstrijd waarin het propvolle uitvak het tamme Fulham-publiek verbaal volledig overstemde.
We verlieten snel het stadion om bij Earl's Court naar Liverpool-Manchester te United te kijken, die ook in 2-2 eindigde met een verassend sterk United.
Op maandag nog een toetje in de winkel Classic Football Shirts, waar een Feyenoord-shirt met Opel-reclame uit de jaren tachtig voor 300 pond te koop was.....
vrijdag 25 oktober 2024
Overleven en collaboreren in Buchenwald
Onlangs verscheen een belangwekkend boek van de historicus Jan Willem Stutje: Folterfabriek Buchenwald. Overleven en collaboreren in een Duits concentratiekamp. Stutje kwam aan dat onderwerp tijdens zijn onderzoek over de trotskistische voorman Ernest Mandel. Daarover schreef hij een biografie, die ik - net als Stutje sterk beïnvloed door het werk van Mandel - na verschijnen in 2008 besprak in het jaarboek Kritiek. Stutje stuitte op correspondentie van Mandel met Ernst Federn en die ontdekking leidde uiteindelijk tot Folterfabriek Buchenwald.
Ernst Federn was een Weense, joodse trotskist die gevangen zat in Dachau (1936 en 1937) en in Buchenwald (1939-1945), twee van de Duitse concentratiekampen voor onder meer misdadigers en politieke gevangenen. Kampen waarin niet uitroeiing zoals in de vernietigingskampen, maar dwangarbeid en foltering centraal stonden. Federn overleefde de kampen door zijn grote intelligentie en innemende persoonlijkheid - en door geluk, zoals hij zelf heel goed besefte.
Heel bijzonder is dat Federn al een paar maanden na de oorlog een analyse publiceerde van het functioneren van Buchenwald en met name ook van het terrorisme van de SS en van de rol van de Duitse communisten binnen het systeem. Zij namen als "rode" Kapo's de rol van de "groene" misdadigers over; de mensen die in opdracht van de nazi's het reilen en zeilen in de kampen regelden. En er daarbij voor zorgden dat de eigen mensen in leven bleven en gepriviligeerde posities kregen, ook ten koste van anderen.
Federns eerste analyse van het kamp is uitzonderlijk: precies, wetenschappelijk, getuige bijvoorbeeld dit citaat: "Waar de administratie der gevangenen in de kampen niet in de handen der “groenen” was, berustte ze bij de zgn. politieke gevangenen, de “roden”. In de kampen, evenals in alle andere gevangenissen, hield de SS zich enkel bezig met de controle der administratie; de gevangenen zelf moesten het administratieve werk verrichten. Daardoor verkregen de kampambtenaren natuurlijk een aanzienlijke macht. In Buchenwald bv. hadden de gevangenen meer macht dan de SS in het kamp, daar de vooraanstaanden onder hen vaak meer vertrouwen genoten vanwege de commandant of de kampleider, dan de SS-lieden zelf. Men begrijpt, dat zulk een positie de politieke gevangenen in een lastig parket brengt, en wil men een verkeerd oordeel vermijden, dan dienen deze toestanden ook nauwkeurig ontleed te worden."
Federns essay verscheen in Vlaanderen in een kleine oplage en kreeg destijds nauwelijks aandacht. Dat gold ook voor een aantal verdere uitwerkingen in de jaren daarna. Ook de werken van ex-gevangenen David Rousset en Primo Levi kregen in die eerste naoorlogse jaren weinig weerklank, de inhoud ervan was op dat moment te confronterend, te ongemakkelijk. Dat veranderde pas vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw en inmiddels geldt Is dit een mens? als een van de allerbelangrijkste boeken van de twintigste eeuw.
Stutje's boek is geen makkelijke lectuur. Het is aan de ene kant een verhaal over de gebeurtenissen in Buchenwald, met de Federn als hoofdfiguur. Aan de andere kant is het een geschiedsfilosofische beschouwing waarin alle grote thema's van de "korte twintigste eeuw" en het nazi-tijdperk voorbij komen: de aard van het nazi-regime, antisemitisme, de rol van het stalinisme in de arbeidersbeweging, de banaliteit van het kwaad, homoseksualiteit in de kampen, de schuld van het Duitse volk etc. Onderwerpen waarover boekenkasten zijn volgeschreven en die bekend zijn voor contemporaine historici, maar voor minder ingevoerde lezers minder eenvoudig te volgen en beoordelen zijn.
Indrukwekkend is de figuur van Ernst Federn, zijn opstelling in de kampen en zijn analyse daarvan. Na de oorlog verhuisde hij naar de Verenigde Staten en verloor hij zijn geloof in de revolutie en de arbeidersklasse. In plaats van Marx werd Freud zijn leermeester. Federn is een van de exponenten van de jonge intelligentsia die in het interbellum door het socialisme werden aangetrokken en deel gingen uitmaken van de kleine groepen trotskisten die zich verzetten tegen de dictatuur van het stalinisme. Zoals de Oostenrijker Karl Fischer, die in Buchenwald het leven van Federn redde bij de bevrijding van het kamp. David Rousset uit Franrijk, die vlak na de de oorlog al over Buchenwald schreef en later progressieve aanhanger van De Gaulle werd. Ik denk ook aan Abram Léon (Abraham Wajnsztock), die op 26-jarige leeftijd werd vermoord in Auschwitz en al een nog steeds indrukwekkend boek op zijn naam heeft staan over jodenvervolging en -emancipatie. Aan Martin Monath, die net als Leon afscheid nam van het linkse zionisme, aanhanger werd van Trotski, in Frankrijk tijdens de oorlog een Duitstalige krant uitgaf voor Duitse soldaten (Arbeiter und Soldat) en uiteindelijk door de nazi's werd vermoord.
![]() |
Ernst Federn |
Dat met name de Duitse communisten met hun grote partijdiscipline een belangrijke rol speelden en kregen in deze concentratiekampen was voor mij niet geheel nieuw, maar Stutje gaat er uitvoerig op in. Federn was overigens niet tegen het aannemen van posities binnen de kamphiërarchie, omdat openlijk verzet binnen de kampen in zijn ogen onmogelijk was. Hij bekritiseerde wel het misbruik van die posities, waarvan ook linkse andersdenkenden de dupe werden.
Jammer is dat Stutje weinig aandacht besteed aan de het werk van Jorge Semprun, de Spaanse romanschrijver die als lid van de Spaanse communistische partij en het Franse gewapende verzet in Buchenwald verbleef. Semprun, in Nederland vooral bekend vanwege zijn optreden in de tv-serie Nauwgezet en wanhopig van Wim Kayzer, bleef zijn gehele leven bezig met de kampervaring en slaagde er pas na twintig jaar in twee boeken erover te schrijven, De lange reis en Wat een mooie zondag. Stutje noemt die boeken wel, maar gaat er inhoudelijk niet echt op in. Ook na die twee boeken bleef Buchenwald Semprun in zijn latere werk bezig houden, zoals in L'écriture ou la vie en vooral in De dode met mijn naam uit 2001, waarin Semprun, werkzaam in de Arbeitsstatistik, de identiteit van een kampgenoot in doodsnood aanneemt om aan een executiebevel te ontsnappen. Semprun gaf aan dat hij dit boek niet eerder had kunnen schrijven en gaat in op de communistische netwerken binnen het kamp. Als communist en latere dissident was Semprun bij uitstek aangewezen om licht te werpen op de invloed van de communisten in het kampsysteem. Een aantal van de Duitse communisten uit het boek van Stutje komen ook bij Semprun voor, zoals Bartel en Busse.
Een analyse van het totale oeuvre van Semprun zou onze kennis van het kampsysteem in Buchenwald en de rol van de communisten nog verder kunnen verdiepen. Overigens geen eenvoudige opgave, want in het literaire werk van Semprun verspringt de tijd en komt hij terug op fragmentarische herinneringen en episodes uit eerder werk.
Deze kanttekening doet overigens niets af aan het belang van de fascinerende studie van Jan Willem Stutje en aan de figuur van Ernst Federn, die zijn analyse vlak na de oorlog als volgt begon:
"Degenen uit de Westerse democratieën, die dit werkje zullen lezen, behoor ik eerst en vooral er op voor te bereiden, dat ze hier sommige opvattingen zullen vinden die hen misschien zullen bevreemden. Maar ik strijd reeds sinds mijn twintigste jaar tegen alle geestelijke en materiele onderdrukking. Het begon in de illegale beweging tegen de leugenachtige, belachelijke dictatuur van een Dollfuss en een Schussnigg. Het werd een strijd op leven en dood tegen het SS-regime, en, jammer genoeg, ook tegen de macht van misleide partijleden in het kamp. De publicatie van dit werkje bewijst, dat ik tot dusverre heb gezegevierd. Ik heb in deze strijd overwonnen, zonder mijn politieke of wetenschappelijke overtuiging in het, minst te hebben prijsgegeven. Ik begrijp echter tevens maar al te goed, dat ik dit enkel aan uiterst gunstige omstandigheden te danken heb; zo’n eigendunk heb ik niet, om te menen dat het alleen maar aan mezelf heeft gelegen, zeven jaar Buchenwald overleefd te hebben. Ik zal trouwens geen mens ooit enig verwijt toesturen, indien hij heeft toegegeven om zich het leven te redden."
Jan Willem Stutje, Folterfabriek Buchenwald. Overleven en collaoboreren in een Duits concentrtatiekamp. Uitgeverij Prometheus, 296 pagina's, 24,99 euro.
zaterdag 14 september 2024
Ons Huis in Gent, een socialistisch monument. Over weemoed, verlangen en hoop.

![]() |
Uitzicht op Vrijdagmarkt vanuit Ons Huis (deze en andere foto's van Audry van Vulpen) |
![]() |
Art deco in Ons Huis |
maandag 26 augustus 2024
Een bijzondere reis naar Mamelodi. Een halve eeuw politieke herinneringen, aflvering 23
![]() |
Met Meluhli in het guesthouse in Groenkloof |
![]() |
Vanaf links: Frank, Busi, Baba, Maggie en Frank |
![]() |
Sandy spreekt met Busi naast hem |
![]() |
De dansgroep van Busi |
![]() |
Het muzikale duo |
![]() |
Spreken met de urn in mijn hand |
Daarna vertrokken we met een kleiner gezelschap naar de heritage-site Mamelodi Rondavels, een complex van ronde gebouwen met rieten daken waarin Desmond Tutu als jonge student nog gewoond heeft. Gebouwd door het apartheidsregime toen de wijk na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht, maar de zwarte bevolking niks in deze zogenaamd authentieke Afrikaanse woningen. Helaas moest ik constateren dat het complex inmiddels in staat van vergaande verwaarlozing verkeert door vandalisme en brandstichting. Ter plekke verstrooiden Sandy en ik samen Corina’s as bij de rondavels en werden er gebeden opgezegd en gezongen. We hadden Corina’s laatste wens vervuld. Na terugkeer in het buurthuis was er een uitgebreide, door Busi bereide lunch. Want eten hoort erbij in Zuid-Afrika op dit soort momenten, net als de gebeden en gezangen.
![]() |
De overblijfselen van een rondavel |
![]() |
Met Meluhli en Sandy bij de rondavels |
![]() |
Het verstrooien van de as |
![]() |
David de Waal aan het woord |
![]() |
![]() |
Bij Emelia |
![]() |
Speelgoed van papier maché, gemaakt door gevangenen |
![]() |
Met Scott in Freedom Park |