maandag 27 januari 2025

Echte linkse voetbalclubs? Een ontdekkingsreis, van St Pauli en Liverpool tot Boca Juniors

Tijdens mijn meest recente voetbalreis naar Engeland had ik tijd over om de linkse boekhandel Housemans in Londen te bezoeken, een winkel waarin je je weer waant in de Utrechtse Rooie Rat zaliger. Daar viel mijn oog op het boek Roaring the Red Front. The World's Top Left-wing Football Clubs van Stewart McGill en Vincent Raison. Dat kon ik als linkse Feyenoord-fan en voetballiefhebber uiteraard niet laten liggen,



De auteurs zijn Britse voetbalfans, uitgesproken links en kritisch over het vaak racistische karakter van het Britse betaald voetbal. Voor hen is het supporter zijn van een club een collectieve ervaring, het stadion is een van de weinige plekken in de maatschappij waar mensen nog zo'n ervaring kunnen meemaken. Zij besloten na een bezoek aan St Pauli, de Hamburgse club die over de hele wereld gezien wordt als hèt voorbeeld van een linkse club, meer clubs met een progressief profiel te bezoek en daarover te schrijven. De supporters van de elf clubs aan wie zij in het boek een hoofdstuk wijden zijn nogal verschillend, maar de grootste gemene deler is een egalitaire, ant-racistische en anti-fascistische identiteit en verzet tegen de commercialisering van het voetbal.

St Pauli werd populair als reactie op de invloed van extreem-rechts bij HSV en ontwikkelde zich tot het verzamelpunt en symbool van de Hamburgse alternatieve scene,  dit jaar voor de tweede keer spelend in de Bundesliga. De clubleiding heeft er een progressief verdienmodel van gemaakt, zonder de eigen identiteit te verkwanselen.

Kleinere clubs als Red Star uit Parijs (of beter gezged Saint-Ouen) en Dulwich Hamlet uit Londen vertegenwoordigen een zelfde soort progressief alternatief. Cadiz en Rayo Vallecano uit Spanje en Cosenza uit Italië zijn als club minder uitgesproken en kennen vooral een fanatieke aanhang uit de eigen stad of wijk, met een sterke collectieve identiteit.

Liverpool heeft als een van de grootste clubs van de wereld een uitgesproken karakter: dat van de arbeidersklasse uit een havenstad, met een grote Ierse invloed en eigen dialect, pro-Labour en anti-Thatcher, anti-Tory en anti-tabloid The SUN. De legendarische manager uit de jaren zestig Bill Shankly legde uit hoe hij het socialisme zag in de maatschappij en in het voetbal: samen werken, elkaar helpen en daarvoor beloond worden, "dat lijkt veelgevraagd, maar zo zie ik het voetbal en het leven".

Boca Juniors uit Buenos Aires is een soort Argentijnse pendant van Liverpool, maar dan met het peronisme als verbindend element in plaats van Labour

Een heel bijzondere club in het boek is Palestino uit Chili, opgericht door de grote Palestijnse gemeenschap in Chili - een half miljoen mensen uit Palestina vestigden zich vanaf 1850 in Chili -en spelend in de Palestijnse kleuren. 




De auteurs zijn niet blind voor de schaduwzijden van met name de ultra-cultuur die zij beschrijven. Deze groepen zijn soms ook gewelddadig en vijandig tegenover buitenstaanders. De clubs die zij beschrijven hebben allemaal een eigen geschiedenis en identiteit en zijn niet over één kam te scheren. Ze laten wel zien dat er in een wereld waarin de voetbalcultuur steeds commerciëler en eenvormiger wordt plaatsen zijn waarin fans een eigen collectieve en niet-discriminerende cultuur in stand weten te houden en/of op te bouwen.

Stewart McGill en Vincent Raison, The Roaring Red Front. The World's Top Left-wing Football Clubs. Pitch Publishing, 13 pond, ISBN 9781801501446.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten