dinsdag 29 augustus 2023

Hoe een Britse wetenschapper op de fiets Frankrijk ontrafelt

 “Sommige mensen denken bij fietsen automatisch aan verwondingen en de dood. Aan het eind van de negentiende eeuw was er angst dat fietsers, door het weer gaan gebruiken van de enorme bilspieren en verlengde armen van onze apen-voorouders, tot een achteruitgang van de menselijke soort zouden leiden.”

Bovenstaand citaat komt uit het boek France, an adventure history van Graham Robb, een Britse wetenschapper en schrijver, die eerder de boeken The discovery of France en Parisians publiceerde. Boeken waaruit een enorme liefde voor en kennis van Frankrijk van alle pagina’s spat. Bijzonder is dat hij zijn onderzoek in de regio’s van Frankrijk samen met zijn vrouw al fietsend verricht. Hij komt daardoor op bijzondere plekken diep in Frankrijk. De essays in France gaan over verschillende streken in verschillende periodes, van het oude Gallië tot en met de gele hesjes onder Macron (met de rotonde als symbolisch actiepunt). Het is een vorm van ontrafelende “slow” geschiedschrijving met een sociaal-geografische invalshoek.



Een voorbeeld: fietsend op een landweg in de Provence kregen ze te maken met de enorme agressie van een Franse automobilist, die ze letterlijk van de weg wilde rijden. Robb beschrijft eerst de hekel aan vreemden die sterk is in de Provence, maar komt er uiteindelijk achter dat hier iets heel anders aan de hand was. In de Provence wonen veel Roma’s en er waren plannen van president Sarkozy om hun kampen te ontmantelen, zonder onderscheid tussen illegale migranten en de “Gitanes” die al heel lang rond Marseille wonen. De Roma-automobilist zag Robb en zijn vrouw aan voor hoogopgeleide Franse toeristische fietsers, zij vertegenwoordigden voor hem het plan van Sarkozy. Hij bond in toen zij hem in het Engels antwoordden op zijn scheldpartijen. 

Foto van Henri-Cartier Bresson uit 1923, gezien in museum van Hyères 


De opvatting over de gevaren van het fietsen uit de negentiende eeuw kende ik niet. Hij past in een bekend patroon, waarbij nieuwe technische ontwikkelingen worden begroet met angst en doemvoorspellingen. Toen de stoomtrein begon te rijden in de negentiende eeuw was er angst dat het lichaam van de mens de onvoorstelbare snelheid van 40 kilometer per uur niet aan zou kunnen en dat de koeien geen melk meer zouden geven. Door de radio zouden de kranten verdwijnen, door de televisie de radio en door de computer en internet de televisie. En nu kennen we bijvoorbeeld de wijdverbreide angst dat computerspelen en social media leiden tot verarming van menselijke contacten.

Het boek van Robb laat vooral zien dat fietsen juist niet tot een achteruitgang van de menselijke soort leidt, maar leidt tot het gebruik van alle zintuigen, tot ontdekkingen en menselijke interactie. Mooi is het verhaal over hoe Robb en zijn vrouw voor de etappekoers Tour du Doubs uitfietsen op hun toerfietsen met fietstassen, juichend over de eindstreep gaan en door de toeschouwers luid bejubeld worden. Rob citeert uit een boek van Donald Cuskie, een Schotse dominee die in de Tweede Wereldoorlog in Grenoble joden en piloten hielp: “Arme mens, hij moet vertrouwen op een rammelende fiets. Uiteindelijk komt hij erachter dat God meer kan doen met een mens op een rammelende fiets dan een tiran met legerdivisies.”


Graham Robb, France. An adventure history. Picador, 529 pagina’s. Ook vertaald in het Nederlands.


De stierenkop/het fietsstuur van Picasso. 

dinsdag 20 juni 2023

Aanvulling 2 op Een halve eeuw politieke herinneringen: Literatuur, revolutie en klasse in Frankrijk

 In aflevering 11van mijn politieke herinneringen schreef ik over het overlijden van de trotskistische leider Alain Krivine, één van de gezichten van mei 1968. Ik schreef dat met hem ook de geest van mei ’68 definitief was overleden. Die conclusie was achteraf gezien misschien wat kort door de bocht, gezien de massale en aanhoudende protesten tegen de pensioenhervormingen van zonnekoning Macron. De revolutionaire en republikeinse traditie in Frankijk is niet dood, maar uitbarstingen ervan vinden wel plaats in een totaal veranderd politiek landschap, waarin radicaal-rechts een belangrijke kracht is geworden.

Ook niet overleden is het besef van de betekenis van klasseverschillen, een besef dat in Frankrijk veel en veel groter is dan in Nederland. Het indrukwekkende literaire werk van drie Franse schrijvers, ook in Nederland populair, getuigt daarvan: Annie Ernaux, Didier Eribon, Edouard Louis. Bij alle drie schrijvers staan de geleefde klasse-ervaring in het ouderlijk milieu, de verwijdering daarvan door intellectuele belangstelling en hoger onderwijs en indringende ervaringen rond seksuele identiteit en gender centraal. 

Annie Ernaux (geboren in 1940), bekroond met de Nobelprijs voor literatuur, schreef met De Jaren een fenomenale "collectieve autbiografie"van vrouwen in Frankrijk sinds 1945 aan de hand van haar eigen ervaringen, afkomstig uit een bescheiden gezin in Yvetot in Normandië. Chansons, boeken, films en voorwerpen vermengen zich met persoonlijke ervaringen en nationale en internationale politieke ontwikkelingen. De minder omvangrijke boeken over belangrijke episodes in haar leven (De Schaamte, Meisjesherinneringen, Het voorval, De jonge man) geven daaraan een indrukwekkende verdieping. Ernaux beschrijft in De jaren ook het eroderen van een vanzelfsprekend vooruitgangsgeloof bij links na het presidentschap van François Mitterand.


Eribon en Louis delen een arbeidersachtergrond en het ontdekken van hun homoseksuele identiteit. Louis raakte bevriend met de oudere Eribon en werd geïnspireerd door Terug naar Reims, Eribon citeert daarin instemmend Ernaux. Eribon  en Louis zijn nu  bekende sociale wetenschappers in de traditie van hun leermeesters Michel Foucault en Pierre Bourdieu.

Eribon (geboren in 1953) beschrijft in Terug naar Reims het milieu waarin hij opgroeide, de homofobie, de vanzelfsprekendheid waarmee op de Parti Communiste Français werd gestemd als een partij van de arbeiders en en haar orders werden gevolgd, de afkalving van de industrie en van de PCF en het groeiende racisme onder de witte arbeiders na het wegvallen van gezamenlijke ervaringen op de werkvloer. Het is een verhaal over de teloorgang van traditioneel links en de daarmee gepaard gaande politieke verweesdheid van de arbeidersklasse, die door het Front National werd opgevuld. 



Edouard Louis (uit 1992) beschrijft hetzelfde conservatisme in zijn ouderlijk huis in Noord-Frankrijk, inclusief de materiële en culturele armoede, het geweld tegen vrouwen en kinderen en het alcoholisme (vooral in Weg met Eddy Bellegueule, de naam waarvan hij afscheid nam). Waar Eribon vooral registreert en analyseert spat bij Louis de woedende verontwaardiging over de klassemaatschappij van de pagina’s af, bijvoorbeeld in Wie heeft mijn vader vermoord. Een vader die fysiek gesloopt was door het werk in de fabriek, een kapotte rug had door de val van een container en bezweek omdat hij kleine rotbaantjes moest aannemen door de bezuinigingen op de sociale voorzieningen door Macron. Louis noemt de namen van de politici die het lichaam van zijn vader kapot hebben gemaakt: “Hollande, Valls, El Khomri, Hirsch, Sarkozy, Macron, Bertrand, Chirac. De geschiedenis van je lichaam beschuldigt de politieke geschiedenis”.



Opvallend is dat zowel Eribon als Louis schrijven op jonge leeftijd lid te zijn geweest van een extreem-linkse organisatie, zonder die bij naam aan te duiden. Mijn intuïtie zei dat het wel om de organisatie van Alain Krivine gegaan zou zijn en dat blijkt te kloppen (zie https://zeitschrift-luxemburg.de/artikel/der-anti-gorz/ en https://www.contretemps.eu/entretien-edouard-louis/). De Ligue Communiste Révolutionnaire (en voorloper Ligue Communiste) vertegenwoordigde het revolutionaire ongeduld van de jongere generatie; ze stelde de emancipatie van de arbeidersklasse centraal, in plaats van de platte belangenbehartiging a la de PCF. Binnen de LCR was er meer ruimte voor feminisme en homoseksuele/lesbische strijd en identiteit dan binnen andere organisaties van extreem-links; voor de meest radicale voorvechters daarvan ging dat weliswaar niet ver genoeg en voor de meer orthodoxe trotskisten juist weer te ver. Eribon en Louis zijn al snel hun eigen weg gegaan als schrijvers en wetenschappers en zijn daarbij altijd uitgesproken links gebleven en mengen zich in het politieke debat. Zo verscheen van Louis een ook in het Nederlands vertaalde dialoog met de radicaal-linkse Britse cineast Ken Loach, Dialoog over kunst en politiek.

Wie iets wil begrijpen van de economische, sociale, culturele en politieke evolutie van Frankrijk van 1945 tot heden, over geleefde klasse-ervaring, identiteiten en linkse perspectieven, kan niet heen om het werk van Ernaux, Eribon en Louis.


Terug naar Krivine: over zijn LCR verscheen voor de liefhebbers een zeer gedetailleerde politieke en culturele geschiedschrijving (766 pagina’s) door twee voormalige leiders ervan, Helène Adam en François Coustal, C’était la Ligue. Op het omslag van het boek staan de hamer en sikkel die in Frankrijk werd ontworpen en door de Vierde Internationale werd gebruikt, ook in Nederland,  op vlaggen, buttons en in tijdschriften; bijnaam “de krab”. De LCR hernoemde zich in 2009 tot Nouveau Parti Anticapitaliste, de krab werd een megafoon, twee betekenisvolle verschuivingen. De partij had kortstondig succes en aantrekkingskracht door de jonge voorman Olivier Besançenot, maar verkeert op het moment ondanks de massaprotesten in een diepe crisis. Een deel ervan is overgestapt naar de succesvolle beweging van Mélenchon, een beweging die zich meer beroept op het Franse republikeinse revolutionaire discours dan op een strikte klassepolitiek. Mélenchon, die zelf ook een trotskistisch verleden heeft, slaagde er met een brede linkse coalitie bijna in om Marine Le Pen de weg naar de tweede ronde van de presidentsverkiezingen te versperren. 

woensdag 7 juni 2023

Aanvulling 1 op Een halve eeuw politiek verleden: links verleden Zwijndrecht

 In herinnering nummer 6 schreef ik over de oprichting van de PPR in Zwijndrecht in 1974.  Ik schreef dat het bij mijn weten in 1974 met de Politieke Partij Radicalen voor de eerste keer een partij links van de sociaal-democratie meedeed aan de gemeenteraadsverkiezingen in deze plaats. Later dacht ik: klopt dat wel? In aflevering 19 schreef ik over de revolutionair-socialist Henk Sneevliet (historicus van revolutionair-socialistisch verzet), in 1942 met zijn makkers vermoord door de nazi's. Er schoot me te binnen dat er uitgerekend van zijn Revolutionair-Socialistische Arbeiderspartij een afdeling was geweest in Zwijndrecht, volgens Herman Pieterson in het boek Linkssocialisme tussen de wereldoorlogen.



RSAP in 1935

Ik heb het boek erop nageslagen en gegoogled op sites met verkiezingsuitslagen. En daaruit blijkt dat de RSAP in 1935 mee heeft gedaan aan de Zwijndrechtse gemeenteraadsverkiezingen en daarbij met 96 stemmen 1,97% scoorde. Niet genoeg voor een zetel, maar toch. In 1939 deed de RSAP niet meer mee en was de afdeling verdwenen. De relatief sterke afdeling in Dordrecht was er nog wel. In 1935 kende de afdeling achttien leden, 5 daarvan waren lid van de vakcentrale NVV, 5 van het linksere NAS en 5 waren jonger dan 25 jaar.

Dee Lijst extreem-linkse personen CID, opgesteld door de Centrale Inlichtingen Dienst CID opgesteld in 1939, bevat vier Zwijndrechtse RSAP'ers:

- Leendert Vervelde, voorzitter van de afdeling in 1935, in 1938 geen lid meer;

- Hendrik Kreukniet (arbeider), secretaris afdeling 1938;

- James Rietdijk (arbeider), voorzitter afdeling 1938;

- L. van Wijngaarden (stratenmaker), kandidaat gemeenteraad 1935, ex-secretaris.

CPN en PSP na de oorlog

Bij het zoeken kwam ik erachter dat ook na de Tweede Wereldoorlog andere linkse partijen hadden meegedaan aan Zwijndrechtse gemeenteraadsverkiezingen. De Communistische Partij van Nederland (CPN), na de bezetting populair door de rol in het verzet, haalde in 1946 maar liefst 8,8%; vier jaar later was dat gehalveerd, in 1953 deed de partij niet meer mee. De links-socialistische Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP) haalde in 1966 een verrassende 5,4%, waarvan in 1970 bijna niets over was. Over dat eenmalige succes van de PSP moet dus een apart verhaal te vertellen zijn.

Hoe dan ook: met mijn eerdere opmerking over het linkse verleden in Zwijndrecht zat ik er dus flink naast, er zijn wel degelijk linkse voorgangers van de PPR geweest.

Nu ik toch bezig ben: over die PPR verscheen naar aanleiding van een reünie een mooie bundel met wetenschappelijke opstellen, De Politieke Partij Radicalen 1968-1990. Macht uit het zadel. Een erg interessant boek, dat mijn eigen herinneringen in perspectief plaatst en laat zien dat de PPR een radicale visie op mondiale ongelijkheid, democratisering en milieupolitiek combineerde. Het boek bevestigt me in mijn mening dat de PPR van de vier partijen die aan de wieg van GroenLinks stonde ideologisch de meeste invloed had en heeft binnen GroenLinks.


Ten slotte: in de aflevering over mijn werk als historicus van revolutionair-socialistisch verzet komt veteraan Maurice Ferares voor. Maurice overleed eind vorig jaar op 100-jarige leeftijd overleed, de laatste der trotskistische veteranen. Zie ook In Memoriam en Maurice Ferares 100 jaar.








dinsdag 28 februari 2023

Mamelodi en een solidaire erfenis van dertig jaar. Een halve eeuw politieke herinneringen, aflevering 22

Hoe moet het verder met onze activiteiten in Mamelodi, de grote zwarte township in Zuid-Afrika bij wat vroeger Pretoria heette? Die vraag bespreken we met het bestuur van onze Stichting Delft-Mamelodi op 18 januari 2023, in het monumentale pand van voorzitter Corina Heuvelman aan de Koornmarkt. De vraag is acuut, omdat Corina ernstig ziek is.

Bij de Delftse activiteiten in Mamelodi en Pretoria ben ik sinds 1994, toen ik lid werd van de Delftse gemeenteraad. De gemeente Delft was al vanaf het begin van de jaren tachtig actief in de strijd tegen apartheid in het LOTA (Lokale Overheden tegen Apartheid). In 1994, het jaar van de eerste vrije verkiezingen in Zuid-Afrika, ging GroenLinks-raadslid Corina Heuvelman als waarneemster naar De Aar in de conservatieve witte Vrijstaat. Er waren al contacten uit de apartheidstijd en er kwam een samenwerking met de township Mamelodi bij Pretoria tot stand. Er kwamen delegaties uit Mamelodi naar Nederland, bestaande uit burgeractivisten van SANCO, die programma’s over democratisering en burgerschap volgden. Onder de deelnemers was de onbetwiste en innemende leider Pasty Molefo, inmiddels een succesvol zakenman en nog steeds betrokken bij de contacten met Delft. In 1999 leidden de contacten tot een formele stedenband tussen Delft en Pretoria (later vernoemd tot Tshwane). Het officiële document op perkament hing jaren in het statige Delftse stadhuis.

Een deel van Mamelodi

Mamelodi is een van de grote zwarte townships van Pretoria, opgericht na de Tweede Wereldoorlog en de institutionalisering van segregatie en apartheid. Mamelodi ligt op twintig kilometer van het centrum en had maar één toegangsweg. Er wonen naar schatting een half miljoen mensen, waarbij het westen het oudste en minst arme gedeelte is. Er zijn sinds het einde van de apartheid veel eenvoudige huizen gebouwd, maar door de trek vanaf het platteland groeien er steeds sloppenwijken aan, het patroon dat we overal op de wereld zien. In het recente, indrukwekkende boek De koerier van Maputo over de Nederlandse anti-apartheidsactivist Klaas de Jonge van Jenne Jan Holtland blijkt dat De Jonge ook actief was in Mamelodi. Daar zaten inwoners Ezekiel Maseko en Freddie Shongwe achter de grote bomaanslag op de Nedbank in 1983, waar de Afrikaanse luchtmacht kantoor hield. Beiden kwamen zelf om het leven bij de aanslag.

Vanuit de gemeente Delft werden allerlei activiteiten opgezet, waaronder een groot ontwikkelingsproject bij station Eerstefabrieke op de grens tussen Mamelodi en kleurlingentownship Eersterus. Ook was er een woningbouwproject en samen met de Delftse woningbouwcorporaties werd gepoogd een corporatie naar Nederlands model op te richten. Samen met de welzijnsorganisatie SWD werd een HIV-project ter plekke opgezet , met een handleiding voor scholieren.

Vanuit het Platform (later stichting) Delft-Mamelodi werden vooral allerlei kleinschalige projecten in de township gesteund: materiaal voor crèches en bouw ervan, steun aan opvangproject SOS Kinderdorp, opzetten van arts and crafts, computers en -lessen voor en in Mamelodi High School, een sportproject, een muziekproject, een moestuin bij de school.

Corina was vanaf 1994 tot heden de spil van al deze activiteiten en bezocht Mamelodi met grote regelmaat. Tegenslagen konden haar nooit van de wijs brengen, altijd was ze enthousiast over nieuwe plannen en over de ontmoetingen in Mamelodi.

Corina tijdens het bosberaad van 2004

Zelf bezocht ik Mamelodi voor het eerst in 2001, toen ik met mijn gezin op bezoek was onze vriend Mark. Ons contact Ntsako Charle, werkzaam bij het toeristenbureau op Church Square, leidde ons rond in een auto met chauffeur. Bij de entree van Mamelodi zagen we het indrukwekkende standbeeld voor de gevallen ANC-strijders, waaronder Solomon Mahlangu, een jonge gewapende anti-apartheidsstrijder die door het regime is opgehangen op 6 april 1979. Later reden we langs het huis van zijn moeder, die daar buiten met een door verdriet verscheurde blik voor zich uit zat te staren. We zagen ook het park waar veel muziekoptredens zijn; bassist Jesse Mogale (zie ook) was een van de contactpersonen van de stichting, hij speelde in de band van zijn broer Moss. Jesse en Moss kwamen later nog een keer in Delft met een groep muzikale jongeren in het kader van een muzikaal uitwisselingsproject, jongeren uit Delft gingen naar Mamelodi. We zagen ook het Pitje-voetbalstadion van Mamelodi Sundowns, dat inmiddels ontmanteld schijnt te zijn. Bijzonder zijn ook de rondavels, aan het eind van de jaren veertig bij de bouw van Mamelodi opgezet als een traditionele Afrikaanse kraal. De mensen die naar Mamelodi kwamen wilden er niet in wonen, de rondavels werden onderwijsgebouwen. Desmond Tutu heeft er in zijn jonge jaren een tijdje onderwijs gevolgd. Er is een plan om het complex – nu geteisterd door vandalisme - op te knappen en geschikt te maken voor toerisme en gemeenschapsactiviteiten.

Het monument voor de omgekomen ANC-strijders

We werden met alle egards - ik vertegenwoordigde immers de gemeente Delft - ontvangen door ANC-parlementslid Moss Chikane, die later ambassadeur in Duitsland en Zambia werd en een grote rol had gespeeld in de anti-apartheidsstrijd en de terugkeer van ballingen had gecoördineerd. Hij woonde in een kast van een huis met marmeren vloeren en een Mercedes voor de deur. Met hem wisselden we wat politieke oppervlakkigheden uit, onder meer over de aanstaande komst van de euro. Ook bezochten we Pasty Molefo in zijn huis, die flessen Castlebier liet aanrukken en joviaal was als altijd (“Weet je wat het probleem met Indiërs is? Ze begrijpen niks van voetbal. Ze openen een winkel bij elke corner”).

Met Audry, Tamar en David bij Moss Chikane


Thuis bij Pasty

Twee keer bezocht ik met Corina namens de Stichting een “bosberaad’ met de mensen in Mamelodi, een overleg om alle zaken gestructureerd door te nemen. De eerste was in oktober 2004 en vond plaats in het park Dikholohlo bij Brits, een plek die je in geen enkele resigids tegenkomt, maar een prachtplek met geweldige vogelgeluiden, kudu’s, antilopen, giraffen etc. Bij de witte receptie in het park wilden ze niet geloven dat Pasty de leiding had en zou betalen voor de hele groep…. We bespraken er projectplannen, met behulp van de geweldige consultant David de Waal, die in Rwanda verzoeningsgesprekken had gevoerd tussen Hutu’s en Tutsi’s. Bij de deelnemers ook belangrijke ANC-raadsleden uit Mamelodi, Daniel “Cheetah” Mampuru en Sandy Lebese. Sandy had op Robbeneiland gezeten en daar schaken geleerd van Mandela.

Dikholohlo

Plezier tijdens het bosberaad van 2004

Bosberaad 2004

Het tweede bezoek was in februari 2008 in conferentieoord Kopanong vlakbij het vliegveld van Johannesburg. Daar ontmoetten we Busi Ka-Mgiba, die een toneelgezelschap van jongeren leidde dat op de gevaren van aids wees. Ook van de partij was Clement Ntlailana, die optrad als coördinator; later dat jaar bleek tot onze grote teleurstelling dat hij geld voor eigen doeleinden had gebruikt… Onvergetelijk is dat het hele gezelschap al swingend een verjaardagslied voor me zong; symbolisch voor de hartelijke vrolijkheid die Zuid-Afrika ondanks alle ellende kenmerkt en samen met de natuur een reden is om zielsveel van het land te houden .

Happy birthday

Deelnemers bosberaad 2008, achter me Corina, naast me Busi, naast Corina Sandy, tweede van links bovenaan David de Waal, voor hem Martina Jordaan, links vooraan Clement


.We logeerden in guesthouse Meintjieskop in de buurt van de Union Buildings in Pretoria, eigendom van Willem en Marcia, goede vrienden van Corina. In het verraderlijk koude zwembad kreeg ik er bijna een hartaanval, ’s avonds vierden we er mijn verjaardag met een driegangendiner op een heerlijke lenteavond.

Tijdens beide bosberaadbezoeken had ik ook gelegenheid om mijn vriend Mark-Anthony Williams (zie herinnering 8) te bezoeken in zijn huis aan de Creusot Avenue in de wijk Elandspoort.

De inspanningen vanuit de gemeente werden met het verstrijken van de jaren langzaam maar zeker minder. De politieke wisselingen en schermutselingen in Pretoria hielpen niet en in Nederland was er minder en minder enthousiasme voor stedenbanden gebaseerd op solidariteit; in de tijden van het neoliberalisme kwam het economische nut centraal te staan. Ambtenaar Jan Alderliesten, vanaf het begin naast Corina een van de motoren van de samenwerking, was inmiddels vervangen en we gingen zijn gedrevenheid missen. Uiteindelijk besloot de gemeente Delft in oktober 2012 de stichting geen subsidie meer te geven. Een passievol pleidooi van mij bij de gemeenteraad haalde niets uit, de tijden waren veranderd en in 2017 werd de stedenband ook formeel beëindigd. 

Onze projecten in Mamelodi vanuit de stichting liepen ook beslist niet allemaal op rolletjes. Communicatie was niet altijd makkelijk buiten de bezoeken die we brachten en het werken met business plannen en het zoeken naar eigen inkomsten bleef en blijft problematisch. Ik troost me maar met de gedachte van Martina Jordaan, docente aan de universiteit van Pretoria, die een keer zei: al is er maar één persoon in staat gesteld om zich te ontwikkelen is het de inspanning al waard geweest. Vanaf 1994 is er in Mamelodi veel veranderd, maar armoede, werkloosheid, geweld en uitzichtloosheid blijven er net als in Zuid-Afrika als geheel een groot probleem. De neergaande spiraal waarin het land na Mandela is beland, met het roven van de staat door de Indiase zakenfamilie Gupta tijdens het bewind van Zuma, is diep en diep triest.

in Mamelodi-East


Een van de rondavels...

Op de bestuursvergadering waarmee ik begon bespraken we de stand van de resterende projecten: het toneelproject van Busi en een afvalproject van veterane Baba. We steunen beide projecten nog met de middelen die op onze rekening staan. Ook hopen we een oral history-project van de grond te krijgen, mede naar aanleiding van de verhalen in De koerier van Maputo. En als klap op de vuurpijl willen we de restauratie van de rondavels eindelijk realiseren. Er is een Zuidafrikaanse stichting in oprichting en we hebben zicht op een forse financiële injectie. Zoals gezegd, het gaat niet goed met de gezondheid van Corina, maar de rest van het bestuur (Jan, Bert, Chris, Meluhli en ik) zal doorgaan met de stichting en daarmee met deze bijzondere erfenis van bijna dertig jaar oud..


vrijdag 6 januari 2023

Naar The Gas en The Vegans: groundhop naar Bristol Rovers en Forest Green Rovers

 "O when The Gas go marching in, o when The Gas go marching in". Het bekende voetballied schalt door het Memorial Stadium in Bristol op donderdagavond 28 december 2022. Het is de versie van Bristol Rovers, die The Gas worden genoemd omdat ze in het verleden vlakbij een gasfabriek speelden. Vanavond spelen de Rovers een streekderby tegen Exteter in de Engelse League One, vergelijkbaar met onze Eerste Divisie. De wedstrijd is met ruim 10.000 toeschouwers uitverkocht.

Het Memorial Stadium in Bristol, hoofdtribune

Ik bezoek de wedstrijd samen met mijn zoon David en zijn vrienden AJ en Christiaan. Het is de zevende keer dat David en ik een voetbalreis in Engeland maken, waarvan vijf keer tijdens de feestdagen en voor de eerste keer niet in Londen. We staan achter de goal in de staantribune Thatcher's End (niet genoemd naar de Iron Lady maar naar een lokaal cidermerk), bevolkt met fanatieke Gasheads. De Gasheads hebben er zin in en roepen na de aftrap meteen "Your support is fucking shit" naar de in een hoek weggestopte Exeter-supporters, maar moeten toezien hoe hun ploeg er in de eerste helft weinig van bakt. Het wordt 0-1 na een prachtgoal van Sam Nombe na een steekbal van Jevani Brown en vlak voor de rust wordt het 0-2 na een lange schuiver van Jay. De Gasheads reageren zich af op de scheidsrechter, "You don't know what you"re doing", "It happened again, it happened again, we got a shit ref, it happened again". Spelmaker Brown van Exeter reageert glimlachend op de batterij verwensingen die hij bij het nemen van een hoekschop op zich af hoort komen.

Thachers' End met Gasheads

Na de rust zagen we een compleet andere wedstrijd. De Rovers hadden hun derde shirt - tijdens deze ronde bedoeld als steun aan daklozen - ingewisseld voor hun eigen blauw-witte shirt en speelden naar onze kant. Ze trokken het initiatief ook door een andere tactiek naar zich toe en wisten drie keer te scoren, onder aanvoering van spelmaker Aaron Collins, die scoorde, een assist gaf en een terechte penalty kreeg van een imposante run. Wild enthousiasme natuurlijk op de tribunes en een luidkeels gezongen clublied, ontstaan in de jaren vijftig:

Irene, Goodnight Irene

Irene Goodnight

Goodnight Irene Goodnight Irene

I"ll see you in my dreams

Ondertussen liep de gewisselde Exeter-verdediger Jake Caprice over de volle breedte vlak langs Thatcher's End onder een massaal geroepen "wanker, wanker".

De 3-2 uit een penalty van Scott Sinclair

Caprice en Exeter lachten echter het laatst, want na de 3-2 kreeg Exeter een handvol goede kansen. Vlak voor tijd maakte Dieng met een kopbal 3-3 na slordig balverlies van de Rovers op het middenveld en in blessuretijd werd het ook nog 3-4. Op een lange bal vanuit de Exeter-verdediging kwam keeper Belshaw onnodig uit zijn goal, Sam Nombe was eerder bij de bal en kon hem eenvoudig in het lege doel koppen.

De ruim duizend Exeter-supporters gingen uit hun dak en de Gasheads dropen zwijgend en teleurgesteld af, na deze spectaculaire match waarin de bordjes twee keer verhangen werden. Een wedstrijd die maar weer eens aantoonde hoe leuk en sfeervol het Engelse voetbal kan zijn.


Op Nieuwjaarsdag trokken we in een taxi naar het veertig kilometer verder gelegen Nailsworth. Daar spelen in het glooiende landschap van Gloucestershire de Forest Green Rovers. Een kleine, maar fijne club: de eerste vegan betaald-voetbalclub in de wereld. De Verenigde  Naties noemt de club de eerste CO2-neutrale in de wereld en de FIFA spreekt over de groenste club ter wereld. De man achter deze ontwikkeling is de industrieel Dale Vince, eigenaar van het bedrijf Ecotricity. Bij Forest Green zijn er alleen vegan burgers, nuggets en pies te krijgen, het bier is van Brewdog, er wappert een Palestijnse vlag langs het veld, de shirts zijn gemaakt van koffiedrab en op de shirts staat de naam van Sea Shepherd, de actiegroep die de oceanen beschermt. Of de paar duizend fans de doelstellingen van Vince een warm hart toedragen weet ik niet: ze eten in ieder geval massaal de vegan burgers. 


Forest Green speelt na twee promoties dit seizoen voor het eerst in League One en vecht daar tegen degradatie. Tegenstander op 1 januari is middenmoter Port Vale. Op de tribunes van het bescheiden stadion veel lokale gezinnen en een kleine groep fanatiekere supporters met een trommel en groene pruiken. Al in de tweede minuut weten de Rovers te scoren na een goede aanval en een schot van McAllister. In de eerste helft is Forest Green verreweg de beste ploeg en zag het spel er verzorgd uit.

De tribune met de fanatiekere Forest Green-aanhang

Ook deze wedstrijd kende een totaal andere tweede helft. Terwijl het steeds harder begon te regenen kwam Forest Green nauwelijks meer op de vijandige helft. Toch wist Port Vale pas tegen het einde van de wedstrijd de gelijkmaker te scoren, Odubeko kon na een voorzet vrij intikken bij de tweede paal. In de lange blessuretijd werd het ook nog 1-2 na een verdiende penalty en 1-3 na een zondagsschot. De inmiddels doorweekte Vale-fans aan de onoverdekte lange zijde waren door het dolle, terwijl de Forest Green-aanhang de tweede thuisnederlaag in drie dagen lijdzaam accepteerde. "We are shit and we know we are", zong het harde kerntje achter de goal. Zo gaat het al het hele seizoen, mopperde de voorzitster van de supportersvereniging, die vóór de wedstrijd in de kantine de tafeltjes langs ging om loten te verkopen, tegen ons, de bijzondere buitenlandse delegatie. Met behulp van de gastvrouwe van de club konden we ook een taxi terug naar Bristol regelen en zo eindigde deze bijzonder groundhop.