vrijdag 29 juli 2022

Een halve eeuw politieke herinneringen. De afleveringen in chronologische volgorde


24) Aanvulling 2: Literatuur, politiek en revolutie in Frankrijk (Ernaux, Eribon, Louis) : Ernaux, Eribon, Louis

23) Aanvulling 1: links verleden Zwijndrecht: Links verleden Zwijndrecht

22) Herinnering 22: 1994-heden: band vanuit Delft met Zuidafrikaanse township Mamelodi, rol Corina Heuvelman.


De 21 herinneringen die ik van januari tot half juli 2022 publiceerde op dit blog gingen zigzag door een halve eeuw politieke herinneringen. Hieronder volgen ze in de juiste chronologische volgorde. Ik heb met veel plezier gewerkt aan de afleveringen. Reacties, aanvullingen en opmerkingen zijn welkom (w.bot@fietsersbond.nl).


1) Herinnering 6: 1974, oprichting PPR Zwijndrecht

2) Herinnering 16: 1975-1977, Utrechtse studentenbeweging, Ben Sanders, aangetrokken tot IKB

3) Herinnering 20: 1976, de Utrechtse Jaffastraat als links centrum (Fernanda en Hugo van Hamersveld)

4) Herinnering 1: 1977,  anti-kernenergiebeweging en demonstratie Kalkar, Duitse herfst

5)  Herinnering 21: 1977, schietpartij Knut Folkerts in mijn straat

6) Herinnering 3: 1979,  congres en cultuur IKB

7) Herinnering 14: 1979, radicale schrijfsters Christine Otten en Marja Vuijsje

8) Herinnering 11: 1981, feest in Parijs en Alain Krivine en generatie 68

9) Herinnering 18: 1981, avond IKB El Salvador en stemdadvies, achterhaald door geschiedenis in 2016,  Wim Berkelaar

10) Herinnering 9: 1981,  solidair met Solidarnosc

11) Herinnering 19: 1982,  historicus van revolutionair-socialisme (Sneevliet, Dolleman)

12) Herinnering 5: 1984, trickster Dany Jacobs en het blad Links

13) Herinnering 13: 1982-1993, in boekenvak als boekverkoper en uitgever (Rooie Rat en Sua)

14) Herinnering 2: 1994, ouderwetse sociaal-democratie en commissie bezwaarschriften (Delftse gemeenteraad)

15) Herinnering 4: 1998, een Führer en een charlatan bij Bertelsmann-stichting (Delftse gemeenteraad)

16) Herinnering 7: 1998-2002, Delftse gemeenteraad en autoluwe binnenstad

17) Herinnering 15: 2002-2006, Delftse gemeenteraad en opkomst populisme 

18) Herinnering 12:  2008-heden, de internationale van de fiets (internationale bijeenkomsten namens de Fietsersbond)

19) Herinnering 17:  2008,  Nota-Atsma, tien miljoen en het toeval (lobby van de Fietsersbond)

20) Herinnering 10: 2011, het condoom van Sharon Dijksma en haar werk als Kamerlid en staatssecretaris (lobby Fietsersbond)

21) Herinnering 8: 2014, de moord op mijn Zuid-Afrikaanse vriend Mark


donderdag 21 juli 2022

Op 150 meter van de RAF en Knut Folkerts. Een halve eeuw politieke herinneringen, aflevering 21

 In deze laatste aflevering van mijn halve eeuw politieke herinneringen kom ik graag terug op een voorval uit  Herinnering 1: de dodelijke schietpartij bij mij op het Utrechtse Veemarktplein op donderdag 22 september 1977. Het was middenin de "Duitse herfst", met een offensief van de Rote Armee Fraktion en de tegenreactie van de Duitse staat.

RAF-activist Knut Folkerts was in Nederland en werd belast met de taak om een huurauto terug te brengen naar Budget Ren A Car/Stam op de hoek van de Croeselaan en het Veemarktplein in Utrecht, recht tegenover het Jaarbeursplein. Een vrouw die een auto had gehuurd had argwaan gewekt en er was groot alarm geslagen bij de Centrale Recherche Informatiedienst en het Bundeskriminalamt. De dag vóór de inleverdatum werd er gepost bij het bedrijf: door twee agenten in het bedrijf en tien anderen in de omgeving. Om 17.50 uur kwam Folkerts binnen. De politie had de vrouw verwacht, maar de receptionist wist de agenten te waarschuwen. De arrestatie mislukte echter, Folkerts schoot en verwondde Leen Pieterse zwaar en vermoordde Arie Kranenburg. De agenten buiten wisten Folkerts wel te arresteren. Hij werd op 20 december 1977 veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf en ruim een jaar later uitgeleverd aan de Bondsrepubliek. In 1995 kwam hij vervoegd vrij en Nederland probeerde hem later nog uitgeleverd te krijgen. De weduwe van Arie Kranenburg heeft Folkerts de moord nooit vergeven en lang gestreden voor de uitlevering. Folkerts zelf heeft haar nooit excuses aangeboden, al gelooft hij niet meer in de gewapende strijd.

Knut Folkerts

In mijn kamer in de bovenwoning aan het Utrechtse Veemarktplein had ik niets meegekregen. Ik hoorde het toen ik de tv aanzette voor het 8 uur-journaal. Ik stond op het punt om naar een vergadering te gaan van de Internationale Komunistenbond, die lokaal hield in de gebouwen van de Monicakerk, op de hoek van Oudenoord en Herenweg. Ook Rood Front Utrecht vergaderde daar in die tijd. Wij verzonden daar ook ons blad Proletaries Links, onder begeleiding van het oudere Amsterdamse echtpaar Wiering. Theo was boekhouder en groot kenner van het werk van Marx en met name Het Kapitaal. Zijn vrouw Trien was formeel geen lid van de club, maar was bij iedereen bekend en geliefd (zie ook Anja Meulenbelts De schaamte voorbij) als hartelijke en belangstellende vrouw.

De week erop kwam de politie in het kader van een buurtonderzoek aan de deur en kon ik naar eer en geweten antwoorden dat ik niks gehoord of gezien had. Ik weet nog dat mijn vader bij een docent van mijn middelbare school vroeg of hij zich zorgen moest maken.

Mijn vriend Otto van de Haar schreef deze biografie van Ulrike Meinhof in 2009

De IKB was stellig in het afkeuren van het terrorisme van de RAF. Naar aanleiding van de dood van Ulrike Meinhof in 1976 schreef F.H. in Proletaries Links: "Ulrike Meinhof en haar groep hebben een politieke fout begaan door zich in de plaats te stellen van de Duitse arbeidersklasse". Er was geen sympathie voor de acties van de RAF, maar de groep werd wel gezien als onderdeel van de linkse beweging; het waren kortom mensen met goede bedoelingen maar met verkeerde methoden. Ook keerden we ons tegen de harde repressie door de Westduitse staat, die werd gezien als opmaat voor een "sterke staat" in heel de westerse wereld, ook in Nederland.

Aankondiging openbare avond IKB tegen de Duitse sterke staat

Deze benadering beperkte zich niet tot uiterst-links, maar heerste ook bij advocaten (Pieter Bakker Schut, Willem van Bennekom), artsen, journalisten van Vrij Nederland (Rudie van Meurs, Johan van Minnen) en de Groene (Martin van Amerongen, Wouter Gortzak) en bij PvdA-politici. Naast de hierboven genoemde overwegingen speelde ook een sterke anti-Duitse reflex en angst voor een nieuw fascisme een rol. In zijn zeer informatieve boek Sympathie voor de RAF, Rote Armee Fraktion in Nederland, 1970-1980 schrijft Jacco Perkelder dat de Zuid-Molukse treinkapers en de Ierse en Palestijnse gewapende groepen op veel minder sympathie konden rekenen dan Meinhof cs.


Zo speelde een belangrijk hoofdstuk van de RAF in Nederland zich af op 150 meter van mijn woning. Dichterbij is de RAF gelukkig nooit gekomen.





donderdag 14 juli 2022

De Utrechtse Jaffastraat als centrum van links en van een ingewikkelde familiegeschiedenis. Een halve eeuw politieke herinneringen, aflevering 20

In de tweede helft van de jaren zeventig was de Jaffastraat een van de centra van het Utrechtse linkse leven. Voor mij was het hèt centrum..

Op nummer vijftig woonde Fernanda van Hamersveld, die ik eerder de moeder van links Utrecht noemde (Herinnering 13). Fernanda kwam uit een CPN-nest, haar ouders (Kapteijn) hadden een kantoorboekhandel en uitleenbibliotheek in de JP Coenstraat. In de oorlog werd die boekhandel een uitvalsbasis van de illegale CPN, inclusief zendapparatuur en Fernanda werd als middelbare scholiere actief als koerierster.

Fernanda (foto Anne Vaillant)

In 1948 was ze het niet eens met de communistische coup in Tsjechoslowakije en kwam ze buiten de CPN te staan. Daarna werd ze niet meer gegroet door de Utrechtse CPN'ers, zoals voorman Barend Schreuders, de vader van de latere Waarheid-hoofdredacteur Gijs Schreuders. Fernanda was ontroerd toen de Franse trotskistische leider Alain Krivine (Zie herinnering 11) haar bij een bijeenkomst in centrum Rasa ergens in de jaren zeventig aansprak als kameraad. Dat was in al die jaren niet meer gebeurd. Fernanda werd bijzonder actief in de Utrechtse vrouwenbeweging en met name in de Abva-vrouwen. Altijd aanwezig, altijd betrokken, altijd gedecideerd.

Met Hugo, circa 1985

Fernanda's zoon Hugo woonde op de hoek in de bovenwoning op nummer vier. Toen ik hem leerde kennen eind 1975/begin 1976 was hij trotskist en bestuurslid van de Utrechtse afdeling van de Internationale Kommunistenbond. Ook op nummer vier woonde Jan Sturkenboom, een elektricien die bij het Utrechtse elektriciteitsbedrijf werkte en ook lid was van de IKB. Jan was in de jaren zestig gegrepen door de alternatieve beweging. Over hem grapte Marcel van der Linden - samen met anti-militarist Kees Kalkman bewoner van een ander links huis in de Frederik Hendrikstraat - dat Jan Utrecht in zijn eentje plat kon leggen in revolutionaire tijden. Ook op de Jaffastraat: Hugo's vriendin Marja Eikenaar en Jans vriendin Diana Krabbendam, ook IKB'sters. Later kwamen er andere makkers: mijn vriendin Christine Otten (Zie herinnering 14), die later tot mijn verdriet iets met Jan kreeg, Tjabring van Egten en Dick Oele.

Tjabring, Dick, Christine, Jan (1981)

Hugo werd lange tijd mijn beste vriend, ook nadat hij eerder dan ik de beweging verlaten had (Zie herinnering 14). Hij was naast taalkundig begaafd ook een goede tekenaar; hij plaatste in het Utrechtse afdelingsblad De Rooie Moker een keer een tekening van een totempaal, met daarop de namen van alle kameraden die bepaalde taken niet hadden uitgevoerd. Favoriet waren ook de tekeningen van de konijntjes die Trotsky in Mexico had gehad. Ergens in de eerste helft van de jaren tachtig vertrok Hugo naar Amsterdam, waar hij in een kraakpand in de Indische Buurt ging wonen; ook Christine vertrok naar de hoofdstad. Ik was vanaf 1985 samen met Hugo het leidende duo dat het blad Links maakte (Zie herinnering 5).

Keuken Jaffastraat: Hans de Beer, Ankie Tukker, Tjabring van Egten (op rug), Jan Sturkenboom, Christine Otten (1981)

Toen bleek dat Links niet echt een succes was en het ook niet zou worden en de afleveringen met vertraging verschenen werd Hugo cynischer en cynischer en daar kreeg ik meer en meer moeite mee. Hugo had ook een ingewikkelde relatie met zijn sterke en dominante moeder en beschouwde zichzelf als tweede-generatie oorlogsslachtoffer; hij ging in behandeling bij het Joods Maatschappelijk Werk en bij Fernanda begonnen de oorlogservaringen op latere leeftijd meer en meer op te spelen. Na 1990 verwaterde mijn vriendschap met Hugo.

Jan Sturkenboom werd later geluidstechnicus in Tivoli, het Muziekcentrum en het Muziekhuis. In het Muziekcentrum kwam ik hem eind jaren negentig nog een keer tegen toen ik er was voor een bijeenkomst van GroenLinks. In 2013 overleed Jan onverwacht aan een hartstilstand. In de Utrechtse editie van het AD stond een fraai in memoriam over de "anarchistische geluidsman". In de Leeuwenberghkerk namen we met een aantal oude makkers in een mooie muzikale bijeenkomst afscheid van Jan, een man waar niemand een hekel aan had, een man ook die mensen die hij niet zo zag zitten in prachtig Utregs gupppies kon noemen..

Met Fernanda hield ik ook na mijn verhuizing naar Delft contact, ze stuurde nog een zelfgebreid truitje na de geboorte van mijn dochter in 1995. Ze nam deel aan een initiatief over bewoners en verleden van de wijk Lombok, waar ook de winkel van haar ouders had gestaan. Ze beleefde een moeilijke oude dag, zo werden haar beide benen geamputeerd vanwege ernstige diabetes.  Ze stierf in 2001. Op haar afscheidsbijeenkomst hield Hugo een onderkoelde, weinig warm overkomende toespraak. Het was voor mij en andere oude makkers zoals Hans de Beer en Ankie Tukker een vervreemdende ervaring. Een ervaring die vooral ook bewijst hoe ingewikkeld familiegeschiedenissen kunnen zijn. De Fernanda zoals ik me die herinner komt naar voren in dit fraaie interview van Hans Fransen van de Putte in het kritische vakbondsblad Solidariteit uit 1991: Interview Fernanda.




 

woensdag 6 juli 2022

Historicus van revolutionair-socialistisch verzet. Een halve eeuw politieke herinneringen, aflevering 19

 In 1982 rondde ik mijn studie geschiedenis af met een doctoraalscriptie over de illegale revolutionair-socialistische verzetspartij van Henk Sneevliet, het Marx-Lenin-Luxemburg-Front.

Sneevliet is tegenwoordig in Nederland niet erg bekend meer, alleen het desolate metrostation Henk Sneevlietweg in Amsterdam herinnert aan hem. David van Reybrouck noemt hem in zijn boek Revolusi echter “een van de meest invloedrijke Nederlanders van de twintigste eeuw”. Sneevliet stond aan de wieg van de nationale Indonesische beweging en was ook een van de oprichters van de Chinese communistische partij. Hij ontwikkelde zich tot tegenstander van het stalinisme in de Sovjet-Unie en de politiek van de Nederlandse communistische partij. Hij richtte de Revolutionair-Socialistische Partij op, die later met de uit de sociaal-democratie afkomstige Onafhankelijk Socialistische Partij fuseerde tot Revolutionair-Socialistische Arbeiderspartij. In 1933 haalde de RSP een zetel in de Tweede Kamer, de RSAP kon dat in 1937 niet herhalen.

Henk Sneevliet

Nadat de Duitsers Nederland bezetten ging het kader van de RSAP meteen in de illegaliteit als MLL-Front of Derde Front. Ik vond het van belang de geschiedenis daarvan te schrijven, om te laten zien dat de CPN niet de enige politieke partij was die in het verzet was gegaan. Alle aandacht ging in mijn studententijd uit naar de illegale CPN. Die was later in het verzet gegaan en had vervolgens zoals bekend een grote rol gespeeld. De jonge generatie CPN’ers die ik in Utrecht tegenkwam ontleende een belangrijk deel van hun overtuiging aan het verzetsverleden van de partij.

In mijn scriptie liet ik bijvoorbeeld zien dat ook het MLL-Front betrokken was bij de Februaristaking. De partij was fel anti-nazistisch, zonder partij te willen kiezen voor de geallieerden, de nadruk lag op de onafhankelijke arbeidersstrijd. In februari en maart 1942 werd het MLL-Front echter opgerold, de leiders werden opgepakt en na een proces op 13 april gefusilleerd.

Plakstrook van het MLL (Derde)-Front

In mijn scriptie analyseerde ik de standpunten van het MLL-Front en ging ik in op de activiteiten, die vooral bestonden uit het verspreiden van illegale publicaties. Ik sprak verschillende oud-leden, zoals de broers Andries en Willy Dolleman, Herman Drenth (later Kamerlid voor de PvdA) en Sal Santen. Santen, de schoonzoon van Sneevliet en na de oorlog tot 1967 een van de internationale trotskistische leiders, ontving me in zijn woning aan de Noorderbreedte in Tuindorp Oostzaan in Amsterdam-Noord, het decor van zijn prachtige en door mij bewonderde postpolitieke literaire werk met jeugdherinneringen. Wie ik helaas niet sprak – achteraf gezien een omissie - was de enige vrouwelijke leider van het MLL-Front, Trien de Haan-Zwagerman. Bart Lankester schreef in 2017 een mooie biografie over deze bijzondere vrouw, Kom vrouwen, aangepakt. Zij overleefde Ravensbrück en was ook na de oorlog nog politiek actief.

Twee zaken sprongen er uit in mijn onderzoek. In de eerste plaats de houding van Willem Dolleman, die samen met Sneevliet en Ab Menist het leidende trio vormde. Hij vond dat Sneevliet te negatief was over de Sovjet-Unie en vrije discussie daarover verbood. Zijn brief Mijn Afscheid is een nog steeds indrukwekkend en bijtend pleidooi voor vrijheid van discussie binnen politieke organisaties. Na publicatie bond Sneevliet overigens in, hij wilde Dolleman niet missen en de discussie kwam. De vraag of er nog iets van de Russische revolutie over was dat het verdedigen waard was onder Stalin was een van de grote discussie- en breekpunten in de revolutionair-socialistische beweging van die tijd.

Willem Dolleman

In de tweede plaats stuitte ik op een bijzonder slotwoord van Sneevliet tijdens het proces op 9 april 1942, waaraan niet eerder aandacht was besteed. Hij pleitte tegen toepassing van de sabotageverordening, nam alleen de schuld op zich en pleitte ervoor de gearresteerde vrouwen te ontzien. Sneevliet benadrukte het anti-stalinistische en anti-Oranjekarakter van zijn organisatie en suggereerde een zekere samenwerking met de bezetter: “Als wij ook gescheiden marcheren, zullen wij toch tot op zekere hoogte tot een verhoging van onze kracht komen”.

Na het opsturen van mijn scriptie kreeg ik een verontwaardigde brief van Sal Santen, die ook een minder zachte kant had en dreigde de rector-magnificus van de Utrechtse universiteit in te schakelen. Uiteindelijk werd de zaak mede door bemiddeling van historicus Fritjof Tichelman (een van de naoorlogse oudere trotskisten, werkzaam op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis) gesust. In de handelseditie van mijn scriptie herschreef ik de passages over het slotwoord en de betekenis ervan, mede op basis van informatie van Santen. Ook voegde ik relevante documenten integraal toe in bijlagen. Het slotwoord was geredigeerd door Sneevliets verdediger De Pont, in overleg met rechtbankvorzitter Randermann. Sneevliet had grote indruk op de laatste gemaakt. Sneevliet ging alleen akkoord met het slotwoord om gratie te krijgen voor de gearresteerde vrouwen en de levens van de andere mannen te sparen. Uiteindelijk wees nazi-baas Seyss-Inquart het gratieverzoek gedecideerd van de hand en werden Sneevliet en zijn makkers in Amersfoort doodgeschoten.

Boek van Sal Santen met herinneringen aan Sneevliet

Het hoofdstuk over het proces en het politiek controversiële slotwoord werd in de definitieve versie zo evenwichtiger dan in de scriptieversie, die achteraf gezien te kil en te kort door de bocht was. Mijn boek werd welwillend besproken door de voormalige trotskist Igor Cornelissen in de vermaarde boekenbijlage van Vrij Nederland en zeer positief door E.M. (Ernest Mandel) in het blad Quatrième Internationale.


Na mijn afstuderen schreef ik nog een vervolgstudie over een van de twee groepen die na de executies voortkwamen uit het MLL-Front: het expliciet trotskistische Comité van Revolutionaire Marxisten, vooral bestaande uit aanhangers van de Dolleman-stroming in het MLL-Front. De andere groep, Spartacus, onwikkelde zich in radencommunistische richting. Van het CRM sprak ik markante mensen als Cor van ’t Hart, de vrouw van de latere Sneevlietbiograaf Max Perthus, en Wout Tieleman. Mijn studie over het CRM werd ook uitgegeven en daarna zelfs vertaald in de bladen Revolutionary History en Cahiers Léon Trotsky (van de eminente historicus Pierre Broué). Want één ding moet je trotskisten nageven: ze vinden hun eigen geschiedenis erg belangrijk.


Later ontmoette ik van de oudere generatie ook Max Plekker, technicus in een diamantslijperij, die als lid van de Vierde Internationale in Marokko had gewerkt in een wapenfabriek voor het Algerijnse verzet tegen de Franse overheersing en in zijn Amsterdamse woning voor me marcheerde op de Algerijnse strijdmars.  Daarnaast leerde ik de innemende Maurice Ferares kennen, die inmiddels 100 jaar oud is en de enige overlevende van de oude generatie trotskisten. Bij Santen en Ferares moet ik altijd meteen denken aan de naoorlogse verkiezingsleuzen van de trotskisten: “Verstandige klanten kiezen Santen” en “Doe wat waar is, kies Ferares”. Verkiezingsoverwinningen leverden die leuzen niet op.

Heel bijzonder was de ontmoeting met Li Yuzhen, de moeder van schrijfster Lulu Wang. Zij kwam voor het schrijven van een dikke Sneevlietbiografie in 1986 vanuit China naar Nederland. Fritjof Tichelman organiseerde een ontmoeting met haar. Ik herinner me daar niet veel van, communiceren in het Engels was lastig in het pijpenlaatje boven een winkel aan de Amsterdamse Nieuwendijk waar zij bivakkeerde en leefde op witte rijst.

In China is Sneevliet onder de naam Maring een nationale beroemdheid, in Nederland is deze “socialist van internationale allure” zo goed als vergeten. Gelukkig worden Sneevliet en de andere gefusilleerde leiders van het MLL-Front op 13 april door oude en nieuwe geestverwanten nog elk jaar op 13 april herdacht bij het grafmonument op de begraafplaats Westerveld.


Het monument op Westerveld



PS-Mijn publicaties zijn online te raadplegen op het Marxist Internet Archive:

https://www.marxists.org/nederlands/bot/1983/fascism/index.htm

https://www.marxists.org/history/etol/document/holland/dutch01.htm 

https://www.marxists.org/history/etol/document/holland/dutch02.htm

https://www.marxists.org/history/etol/document/holland/dutch03.htm