Vijf jaar geleden spraken de partijcongressen van GroenLinks en PvdA zich uit voor een nauwe samenwerking. Ik was een van de indieners van zo’n motie op het congres van GroenLinks (Achtergrond motie). Sinds die tijd is er heel veel gebeurd: één lijst en programma bij de Kamerverkiezingen van 2023 en een gezamenlijke fractie in de Kamer, één fractie in de Eerste Kamer, samenwerking bij de Europese verkiezingen, gezamenlijke deelname aan de komende gemeenteraadsverkiezingen in 80% van de gemeenten in 2026. Een ontwikkeling die door de kiezers van beide partijen in een periode van versplintering ook wordt gewaardeerd
Een voorlopige balans
Toch is er in mijn ogen bepaald geen reden tot tevredenheid. Het resultaat bij de Kamerverkiezingen werd geframed als een grote overwinning, maar dat was het niet. Het ging versplintering tegen, maar was niet beter dan de voorafgaande peilingen van de afzonderlijke partijen en de winst kwam uitsluitend door het leegeten van D66, Partij voor de Dieren en Volt. De opmars van rechts in de Nederlandse samenleving werd dus in het geheel niet gestopt. Ook de campagne-inzet om de grootste partij te worden mislukte. Het profileren van Timmermans als centrum-linkse premierskandidaat betekende dat de fundamentele progressieve inzet van het verkiezingsprogramma van de radar verdween. Bovendien is een oriëntatie op het centrum kansloos wanneer het discours rond de verkiezingen volledig door rechts wordt bepaald. Er werd ook geen regeringsprogramma op hoofdpunten voorgesteld dat alle progressieve krachten in de Kamer had kunnen aanspreken en een eigen rol in de campagne had kunnen spelen. Over de door Timmermans met veel bombarie aangekondigde Green Deal hoorden we niets meer.
In de hele periode van de verkiezingen tot nu is de Kamerfractie zoekende naar haar rol en moest tandenknarsend worden toegekeken hoe sociaal-democraten als Plasterk en Putters de PVV in de regering hielpen. Natuurlijk, het kabinet-Schoof wordt fel bekritiseerd, maar eigen voorstellen komen onvoldoende voor het voetlicht. Een interessant voorstel van Andrée van Es in De Helling (het blad van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks) om een progressief schaduwkabinet te vormen leidde niet tot een openbare discussie, er werd niets meer over vernomen. In de peilingen staan alle linkse partijen sinds de verkiezingen op winst, behalve GroenLinks-PvdA. Het optreden van Timmermans - door rechts overigens tot in het absurde gehaat - wordt door de eigen achterban als matig en niet-inspirerend beoordeeld. Het GroenLinks-kader herkent zich totaal niet in het optreden van Timmermans en mort erover zonder naar buiten te treden.
Ondertussen gaan de partijbesturen stug door met het werken in de richting van een fusie. Opvallend is dat hele proces strak van bovenaf geregisseerd wordt en volledig geconcentreerd wordt op samenwerking in vertegenwoordigende organen. Bijeenkomsten die er op dit moment zijn gaan over gezamenlijke waarden; belangrijk, maar onvoldoende voor een scherpe politieke discussie. Wat ontbreekt is een visie op een moderne linkse beweging in de samenleving van nu. Een discussie met de andere linkse partijen komt niet van de grond en ook progressieve sociale bewegingen worden niet betrokken in het hele proces. De aanwezigheid op social media laat te wensen over. Discussie die er is vindt plaats en nostalgische PvdA-mastodonten en het radicale Links Boven. Waarom is er geen openbare voor iedereen toegankelijke discussie op de websites van de partijen? Een discussie die open is voor alle mensen met een progressief hart?
Groen en sociaal-democratisch, maar hoe?
Onlangs pleitte Kamerlid Habtamu de Hoop voor snelle oprichting van een nieuwe linkse partij (Rede De Hoop) en Timmermans onderschreef dat pleidooi. Hoe zij dat proces voor zich zien en hoe dat zich verhoudt tot het lopende proces blijft daarbij in nevelen gehuld. Erger is dat de inhoudelijke ideeën van De Hoop en Timmermans erg mager zijn en niet verder komen dan klassieke sociaal-democratische herverdelingsvoorstellen. Jesse Klaver leverde overigens een soortgelijke variant af in zijn essay in Vrij Nederland, waarin bijna de hele Nederlandse bevolking wordt gereduceerd tot een middenklasse die de dupe is van een kleine groep rijken (Essay Klaver). Zeggen dat je voor een groene, sociaal-democratische partij bent is nog al gratuite wanneer je niet aangeeft hoe je die twee uitgangspunten kunt combineren. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is die combinatie electoraal overigens best mogelijk: progressieve kiezers vinden zowel klassieke economische als ecologische thema’s belangrijk. En praktisch opgeleide voormalige sociaal-democratische kiezers vinden vooral een overtuigend sociaal-economisch programma beslissend. Dat concluderen de wetenschappers Silja Häusermann en Herbert Kitschelt op basis van een uitgebreid onderzoek naar het sociaal-democratische electoraat in zes Europese landen (Onderzoek sociaal-democratie). Om succes te boeken is daarbij wel een politieke stijl nodig die mensen niet onnodig afschrikt door moralisme en superioriteitsgevoelens, een stijl die de zorgen van burgers serieus neemt.
Interessanter dan de stukken van De Hoop en Klaver was de bijdrage van Marjolein Moorman bij Rood Vooruit, die liet zien dat de hervormingsagenda van Joop den Uyl heel wat radicaler was dan de voorstellen van de hedendaagse leiders (Toespraak Moorman). Spreiding van kennis, macht en inkomen: dat begint met het inzicht dat de economische macht op de wereld meer dan ooit in handen is van een kleine groep bezitters. Het temmen en ontmantelen van die macht is een kernopgave van links, in combinatie met het steunen van verzet en bewegingen die het kapitalisme ontvluchten. Zo’n multidimensionale inzet bepleitte ik eerder in een essay: Tekst essay.
Hoe verder?
Werken in deze richting vergt een scherp debat in de turbulente tijden waarin we leven. Wat is de positie van Nederland in Europa en de wereld, nu het Westen door het tolereren van de genocide in Gaza elk moreel gezag kwijt is, terwijl Trump ondertussen het westerse bondgenootschap opblaast? Hoe bereiken we een betere regulering van asiel- en vooral arbeidsmigratie? Hoe bieden we mensen bestaanszekerheid, voorkomen we een armoedeval en perverse effecten van het toeslagenstelsel? Hoe kunnen we de woningnood snel oplossen? Hoe gaan we de macht van de techmiljardairs tegen? Hoe gaan we de gijzeling van de collectieve sector door private equity tegen? Hoe zorgen we voor een rechtvaardige klimaatpolitiek? Hoe herstellen we de natuur en brengen we de landbouwtransitie op gang? Hoe doorbreken we het beeld dat links alleen met identiteitspolitiek bezig is? Hoe bereiken we een deel van de kiezers die nu rechts stemmen?
Bij de motie van 2020 pleitten we voor een nieuw Keerpunt 72 om een nieuw elan en focus voor links te bewerkstelligen. De noodzaak voor een zo breed mogelijk bediscussieerd en gedragen manifest op hoofdpunten is er nu nog meer dan toen. Daar zou de energie van GroenLinks en PvdA in gestoken moeten worden. De progressieve schaduwregering van Andrée van Es zou er het sluitstuk van kunnen zijn. Gedragen door een aansprekende nieuwe lijsttrekker en een team van energieke enthousiaste kandidaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten