woensdag 17 december 2025

De WK-voetbalkoorts, beschreven door Simon Kuper

Als jongentje raakte Simon Kuper in 1978 in Leiden in de ban van het wereldkampioenschap voetbal in Argentinië en het Nederlands elftal dat daar op een doelpaal na kampioen werd. Als journalist van vooral de Financial Times bezocht Kuper daarna maar liefst negen wereldkampioenschappen. Over zijn impressies schreef hij De wereld aan mijn voeten. Een reis door het hart van het mondiale voetbal in 9 WK's. Het is een werkelijk heerlijk boek, dat de magie van het grootste evenement van de wereld weet te vatten. Een magie die blijft bestaan, ondanks voetbal dat kwalitatief steeds verder achterop raakt bij het clubvoetbal, absurd doorgevoerde commercialisering en corrupte gastlanden. Kuper citeert aan het einde van zijn boek de Londense dominee Licoln Harvey, die het wereldkampioenschap vergelijkt met een religieus feest: "Mooier dan het toernooi wordt het niet. Ik denk niet dat er ook maar iets in de buurt komt dat eenheid en onderscheid, samenzijn en anders-zijn op die manier aan elkaar koppelt". Kuper zegt in zijn inleiding "het toernooi is een wereldwijd carnaval dat het mensenlijk geluk tot hoofdrolspeler verheft".

Het gevoel dat Kuper beschrijft herken ik helemaal. Ik herinner me mijn eerste WK, dat in Engeland in 1966, met de goal (?) via de onderkant van de lat van Geoff Hurst in de finale tegen West-Duitsland en de spectaculaire nederlaag van Eusebio's Portugal tegen het mysterieuze Noord-Korea. Dat WK zag in de televisiezaal van het protestant-christelijke vakantieoord IJsselstein in Hattem, waar ik met mijn ouders op vakantie was. 


Daarna volgde het magistrale WK in Mexico in 1970, met een swingend Brazilië onder leiding van Pele (die bal vanaf de middenlijn, die Gordon Banks net naast zag gaan). De 4-1 van Carlos Alberto in de finale tegen Italië vind ik nog steeds de mooiste teamgoal aller tijden, een samba van het hele elftal, met het geniale breedtepassje van Pele als hoogtepunt. De halve finale van Italië tegen West-Duitsland, die na verlenging in 4-3 eindigde, geldt terecht nog steeds als een van de mooiste wedstrijden aller tijden.

Over het WK in Duitsland in 1974 hoef ik weinig woorden vuil te maken. De Oranje machine van het totaalvoetbal, met Cruyff en Van Hanegem (volgens sommige experts de allerbeste spelervan dit WK, let op Cruyff-adepten), spreekt over de hele wereld nog steeds tot de verbeelding. Denk alleen aan de goal van Cruyff na de assist van de Kromme tegen Argentinië. Wie achteraf nog eens naar Nederland-Brazilië kijkt ziet overigens een snoeiharde schoppartij en Auke Kok liet in zijn boek over de finale zien dat Duitsland (met Beckenbauer en Gerd Müller) de finale misschien wel terecht won. Mede trouwens door het ontbreken van de nog altijd onderschatte Rob Rensenbrink, het slangenmens.

Met Van Hanegem op diens 70-ste verjaardag. De Adidas-schoen is naar hem genoemd en is nu een prijs voor een verdienstelijk Feyenoorder. Toevallig had ik nog zo'n paar ongebruikte schoenen.

Het WK van 78 in Argentinië doet me minder, vanwege de dictatuur van Videla en de protestacties en het onbreken van Cruyff en Van Hanegem. Naast de afstandsschoten van Arie Haan herinner ik me wel het dagboek van keeper Jan Jongbloed, kom daar nu nog maar eens om. Spanje 1982 vond ik daarentegen geweldig vanwege een groots Brazilië met het fantastische middenveld Toninho Cerezo, Socrates en wereldster Zico (in Brazilië nog altijd even bewonderd als Pele). Dat dit team door Italië werd uitgeschakeld kan ik nog steeds niet bevatten. De halve finale West-Duitsland-Frankrijk, door West-Duitsland na strafschoppen gewonnen, is ook zo'n wedtsrijd die elke liefhebber zich nog herinnert.

Met Flamengo-shirt met Zico-opdruk, vorige maand gehad van mijn zoon David

Mexico 1986 was uiteraard het toernooi van het weergaloze enfant terrible Maradona en Frankrijk 1998 was na teleurstellende edities van 1990 (Italië) en 1994 (VS) het laatste toernooi dat er mijns inziens kwalitatief bovenuit stak, met Platini, Ronaldo en Bergkamp. Alle edities van deze eeuw staan in de schaduw van het Champions Leaguevoetbal van ingespeelde topteams. Geen enkel landenteam heeft het niveau van het Barcelona van Messi, Xavi en Iniesta - waarover Kuper ook een prachtig boek schreef - ook maar benaderd. Natuurlijk, we zagen hele goede voetballers, zoals Ronaldinho, Van Persie, Ronaldo, Zidane, Mbappé, Pirlo, de WK-Messi, Modric en noem ze maar op. De toernooien als geheel ware echter minder van kwaliteit en kenden maar weinig echt onvergetelijke wedstrijden, hoewel de finales van 2018 (Frankrijk-Kroatië) en 2022 (Argentinië-Frankrijk) er wel mochten zijn. De overbelasting van spelers door de overvolle speelkalender helpt natuurlijk ook niet om het WK tot sportief hoogtepunt te maken.

In Kaapstad gekocht soevenir aan de ook door Kuper beschreven Soweto derby (Kaizer Chiefs-Orlando Pirates)

Elke liefhebber van het WK zal van de eerste tot de laatste pagina genieten van het boek van Kuper, met het deel over zijn geboorteland Zuid-Afrika als hoogtepunt (en dieptepunt qua gemiste kansen voor het land). Ook weet ik: ondanks het afschuwelijke optreden van Trump en Infantino, het veel te grote aantal deelnemers en de achterlijke toegangsprijzen zal ik ook deze zomer toch weer vallen voor het WK...

Simon Kuper, De wereld aan mijn voeten. Een reis door het hart van het mondiale voetbal in 9 WK's. 351 pagina's, 24,99.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten