maandag 27 oktober 2025

Een pleidooi voor een progressief populisme

Overmorgen mogen we stemmen voor de Tweede Kamer en wordt het duidelijk hoe de politieke kaarten in Nderland geschud zijn. De kans is bijzonder groot dat we kabinet krijgen met GroenLinks-Pvda, D66, CDA en VVD. Het lijkt de enige coalitie die een werkbare meerderheid kan krijgen en daarmee zouden alle commentatoren die snakken naar een stabiel middenkabinet hun zijn krijgen. 

Maar wat valt er eigenlijk te verwachten van zo’n kabinet? Kan dat de belangrijkste vraagstukken van deze tijd wel oplossen? Journalist Mark Lievisse Adriaanse waarschuwt in zijn boek Wat iedereen aangaat terecht voor een technocratisch beleid dat geen echte oplossingen zal bieden zolang de ongelijkheid door de economische en politieke macht van het neoliberalisme niet wordt doorbroken.


In zijn boek geeft Lievisse Adriaanse een analyse van de opkomst van het neoliberalisme in Nederland (schatplichtig aan het boek van Merijn Oudenampsen en Bram Mellink), de dominantie van de financiële markten en de techmiljardairs, het verdwijnen van het conflict tussen de traditionele partijen als gevolg van de kleine marges, de uitholling van de democratie en de opkomst van het (autoritaire) populisme. Het is een scherpe, voor een groot deel wel bekende analyse.

Lievisse Adriaanse pleit voor een eerherstel van het ideologisch conflict in het politieke debat, dat moet gaan over een rechtvaardige inrichting van de democratie. Hij komt met een radicaal alternatief voor het autoritaire populisme van radicaal-rechts: een progressief populisme, zoals ook de Verenigde Staten dat in het verleden heeft gekend. De agenda voor zo’n progressief populisme: radicale democratisering van economie, politiek en maatschappij, dat de macht van de “kapitalocratie” aantast, waardoor een democratie voor burgers kan ontstaan, een systeem in democratische ruimtes.

Daarmee sluit Lievisse Adriaanse aan bij het pleidooi voor een links populisme van de Belgische Chantal Mouffe in haar boek uit 2018. In 1985 pleitte zij met Ernesto Laclau trouwens al voor zo’n populisme als alternatief voor een socialistische ideologie gebaseerd op de arbeidersklasse, om zo de hegemonie van rechts te doorbreken. In Europa zagen we dat bijvoorbeeld terug in het Spaanse Podemos, met een radicaal-progressief programma zonder te refereren aan de socialistische tradities. Ook La France Insoumise van Mélenchon met zijn nadruk op de revolutionaire republikseinse traditie is een goed voorbeeld.

Daarbij kiest Lievisse Adriaanse overigens zeer uitgesproken voor maatregelen op het niveau van de nationale staat om de macht van het kapitaal in de Europese en mondiale instellingen aan te tasten: globalisering aantasten door nationale soevereiniteit te versterken.

Daarmee komen we bij de twee belangrijkste vragen die mij na lezing van het boek opkwamen. Welke partijen, bewegingen en maatschappelijke initiatieven zouden de door Lievisse Adriaanse bepleite politiek op gang kunnen brengen? Het is een vraag die Lievisse Adriaanse helaas niet echt behandelt, hij beperkt zich tot voorbeelden uit verschillende landen. Is een strategie die uitgaat van de nationale staat geen vorm van wishful thinking? Meer dan een eeuw geleden kwamen de grootse socialistische denkers ten slotte al tot de conclusie dat het kapitalisme zo’n globaal systeem was geworden dat nationale vormen van een alternatief onmogelijk waren. Het pleidooi van Lievisse Adriaanse om te komen tot techdemocratieën geeft aan dat een puur nationale strategie in ieder geval niet toereikend kan zijn.

Verdere discussie over die vragen is van belang en het is de grote verdienste van dit boek dat een radicale progressieve democratische politiek op de agenda is gezet.

Mark Lievisse Adriaanse, Wat Iedereen aangaat. Hoe de democratie wordt afgebroken en hoe we haar vernieuwen. De Bezige Bij, 262 pagina’s, 22.99 euro.

1 opmerking: